donderdag 31 december 2009

Zonsondergang aan zee - V

Granaatappel

Tao van Poeh

Hoe doe je dat eigenlijk, Poeh?
Hoe doe ik wat? vroeg Poeh.
Zo moeiteloos worden.
Och, ik doe niet zoveel van `t een of `t ander, zei hij
Maar al die dingetjes van je worden toch maar gedaan.
Die gebeuren gewoon zo'n beetje, zei hij

Wacht eens.
Dat doet me denken aan iets uit de Tao Te Ching zei ik
en greep naar een boek.
Hier heb je `t hoofdstuk zevenendertig.
Vertaald wordt het zoiets als 'Tao handelt niet,

maar niets wordt niet gedaan'.

Dat klinkt als een Raadsel, zei Poeh.
Het betekent dat Tao niet ingrijpt in de dingen,
ze niet forceert, maar ze op hun eigen manier te werk laat gaan,
om op een natuurlijke manier tot resultaten te komen.
Alles wat er gedaan moet worden, wordt dan gedaan.
O ja, zei Poeh.

In het Chinees zou dat principe Wei Woe Wei heten
'doen zonder te doen'.
Van Wei Woe Wei komt Tzoe Jan, 'Zelf Zo'.
Dat betekent dat de dingen vanzelf gebeuren, spontaan.
O ja, zei Poeh.

(Benjamin Hoff)

dinsdag 29 december 2009

Sporen in de sneeuw

Stormachtig

Het hart van bewustzijn - II

In jou verschijnt de wereld,
Zoals golven verschijnen in de zee.

Het is waar!
Je bent het bewustzijn zelf.

Bevrijd jezelf dus
Uit de draaimolen van de wereld.
Heb vertrouwen, mijn kind.
Laat je niet van je stuk brengen.

Want je gaat alle dingen te boven.
Je bent het hart van alle kennis.
Je bent het Zelf.
Je bent Heer van het heelal.

Het lichaam wordt beperkt
Door haar natuurlijke eigenschappen.

Het ontstaat,
Het leeft een tijdje voort,
En verdwijnt weer.

Maar het Zelf kent ontstaan noch vergaan.
Waarom zou je om het lichaam treuren.
Wat maakt het uit
Of het lichaam eeuwig voortbestaat,
Of dat het vandaag bezwijkt?

Je bent zuiver bewustzijn.

(Ashtavakra Gita)

zondag 27 december 2009

Klankschaal - XXXII

's Avonds aan de Schelde

Wedergeboorte

voor Marijke en Marcel Messing

Niet deze druppel regeert dit leven
maar de stroom
niet dit lichaam
maar wat dit lichaam
boven de eigen stroming heft
meewerkend even
met onaflatende kolken
eer het verzadigd
door doezelende beweging
tot tijdloze rust
weer onder gaat.

Zo sterft de druppel
opdat de stroom zou leven
en ongetelde druppels
uit het ontelbare
zou wekken
waarin het licht der diepten
ongeboren en onsterfelijk
beter oplichten kan.

Zo schept het leven het leven
zonder eind zonder begin
onuitputtelijk en gegeven.

(Erik Van Ruysbeek)

donderdag 24 december 2009

Valavond aan zee - II

Sporen op het ijs

Vrede

Ik mocht kiezen.
Ik wist het niet.
Ik koos de vrede.

De waarheid en de schoonheid,
ik liet ze gaan,
en ook de wijsheid en de weemoed -
zelfs de liefde
die zo verwonderd naar mij keek,
zwarte wolken dreven met haar mee.

Vrede, het was vrede.
En in de verste hoeken van mijn ziel
dansten wezens
waarvan ik zelfs nooit had gehoord!

En in de hemel hing een andere zon.

(Toon Tellegen)

dinsdag 22 december 2009

Wintertakken

Sneeuwlandschap - II

Het ondoorgrondelijke witte wezen

Het ondoorgrondelijke witte wezen van de eindeloze

verte is de sneeuw die zonder echo in het oog valt.

Het oog is wijd.
De bevroren zon breekt in de ijsbergbloem,
en in het verbleekte oog.

Een heelal stroomt door ons heen, en verbrokkelt
tot sneeuw.

Als het heelal in de ziel verschijnt, is het heelal
de ziel.

Het vult ons.
Het drukt zijn geheim in ons.

En het schenkt zichzelf in ons.
En het maakt ons gelijk aan zichzelf.

(Claude van de Berge)

zondag 20 december 2009

Tekens in de sneeuw

Bamboe - IV

Een vis zwemt, een vogel vliegt

Een vis zwemt in zee en hoe ver hij ook zwemt,
er komt geen eind aan het water.
Een vogel vliegt in de lucht en hoe ver hij ook vliegt,
er komt geen eind aan de lucht.
Maar de vis en de vogel blijven binnen hun element.
Is hun activiteit groot, dan is hun veld groot.
Is hun behoefte gering, dan is hun veld gering.
Zo komt elk van hen toe aan alle aspecten

en aan het volledig ervaren van zijn leefgebied.
Maar verlaat de vogel het luchtruim,
dan zal hij onmiddellijk sterven.
Verlaat de vis het water, dan zal hij onmiddellijk sterven.
Weet dat water leven is en dat lucht leven is.
De vogel is leven en de vis is leven.
Leven is vogel, leven is vis.
Je kunt nog verder gaan.
Er is oefening-verlichting,
waarin zowel voorwaardelijk als onvoorwaardelijk leven
hun plaats hebben.

Welnu, als een vogel of vis
probeert om de grens van zijn element te bereiken
alvorens erin te bewegen,
dan zal deze vogel of vis zijn weg en plaats niet vinden.
Als je je plaats vindt op de plek waar je bent,
dan treedt er oefening op
waardoor het fundamentele principe wordt verwerkelijkt.
Als je je weg vindt in dit ogenblik,
dan treedt er oefening op
waardoor het fundamentele principe wordt verwerkelijkt.
Deze plaats, deze weg, is niet groot en niet klein,
behoort niet toe aan jou of aan anderen,
heeft niet voorheen bestaan
en verschijnt niet enkel voor een ogenblik.
Daarom geldt in de oefening-verlichting van de boeddha weg:
het bereiken van een ding is het doordringen in een ding;
het aangaan van een activiteit
is het beoefenen van een activiteit.
Hier is de plaats; hier ontvouwt zich de weg.
De grenzen van bewustwording zijn niet afgebakend,
want bewustzijn komt tezamen
met belichaming van de boeddha-dharma.
Ga er niet van uit dat je zult waarnemen wat je verwerkelijkt,
of dat je het zult vatten met je verstand.
Al wordt verwerkelijking onmiddellijk gerealiseerd,
het hoeft niet waarneembaar te zijn.
De werking ervan gaat kennis te boven.
(Dōgen Zenji)

vrijdag 18 december 2009

IJslandschap

Beukenblaadjes

Al was deze wereld...

Al was deze wereld zoals er in gedichten over gedroomd wordt,
al werd alle onheil weggevaagd, elke pijn beëindigd,
elke vreugde intenser gemaakt,

elke schoonheid nog meer subliem gemaakt,
zelfs al werd alles wat dit leven te bieden heeft
tot het summum van perfectie gebracht,
dan nog zou de ziel, bevrijd van alle lagere verlangens,
er genoeg van hebben en zich er van afwenden.
De dualistische aarde
is dan een gevangenis geworden voor die ziel,
en hoe mooi het ook mag zijn,
de ziel verlangt naar de vrije en onbegrensde atmosfeer
voorbij deze omringende muren.
En zelfs het zogenaamde hemelse zomerland
kan die ziel even weinig bekoren als de materiële sfeer;
de ziel wordt ook dat moe.
Deze hemelse geneugtes
hebben hun aantrekkingskracht helemaal verloren
Ook mentale en emotionele genoegens
geven niet de minste bevrediging meer.
Ook deze komen en gaan,
vergankelijk als ze zijn zoals de zintuiglijke waarneming
dat ook is: begrensd, voorbijgaand, onbevredigend.
De ziel is al deze vergankelijkheden moe
en vanuit deze wereldmoeheid
klinkt de luide schreeuw naar bevrijding...
(Boeddha)

donderdag 17 december 2009

Winterlicht

Winterlandschap - III

Droomwereld

Te leren dromen is daarom de eerste stap op de weg der wijsheid. 
Het uitwendige leven geeft verstand en handigheid. 
Wijsheid vloeit voort uit de droom. 
Als het een 'wakende droom' is, zeggen wij: 
Ha, daar valt mij iets in, of: daar is mij een licht opgegaan; 
en als het een slaapdroom is, 
worden wij onderwezen door gelijkenissen, 
door voorstellingen en beelden, 
die als gelijkenissen op ons inwerken. 
Alle ware kunst heeft ook haar ontstaan 
te danken aan het rijk der dromen. 
En ook de gave om iets uit te vinden. 
De mensen spreken in woorden. 
De droom spreekt in levende beelden. 
Dat hij die neemt uit de dagelijkse gebeurtenissen, 
heeft menigeen verleid om te geloven 
dat dromen geen zin, geen betekenis hebben. 
En dat is ook zo, als men er geen aandacht aan schenkt! 
Dan verschrompelt het droomorgaan, 
zoals een lichaamsdeel verschrompelt dat niet gebruikt, 
niet verzorgd, niet ontwikkeld wordt. 
En dan verstomt een waardevolle leidsman, 
de brug naar een ander leven, 
dat veel hoger staat dan het aardse, brokkelt af. 
De droom is het pad tussen waken en slapen 
- het is ook het pad tussen leven en dood.
(Gustav Meyrink)

woensdag 16 december 2009

Rozenknop

Valavond - XVIII

Hulp

Mensen roepen om Hulp, want 'alles' faalde.
IK bied alle Hulp, on-onderbroken.
Mensen verbinden verwachtingen aan Mijn Hulp.
Het leven zal beter worden, zo menen zij.
Maar het zij gezegd: Mijn Hulp is eigen-aardig.
Mijn Vervullen is niet wenselijk, noch menselijk.
Mijn Vervullen is het vol maken van de maat van verzet.
Mijn Vervullen is de Hulp

om tot onvoorwaardelijke Overgave te geraken.
Afstand doen van alle wensen en begeerten,
loslaten van alle streving en belang-hechting.
Ik onthef u aan alle middel-matigheid, die slavernij is,
Ik geleid u naar alle ondergang die uw gang is
en uitgang én ingang biedt naar Mijn Licht.

Zie, de Hulp maakt het leven vol Licht.
In de Hulp wordt alles omgezet in Licht,
verlost tot Liefdestraling zonder meer.
Welzalig de mens die om Hulp roept.
Mijn Hulp gaat alle perken te buiten, maar vooral te boven.
Mijn Hulp is volstrekt mate-loos,
en voert tot Verlossing
welke on-metelijk is immers?!

(Reinoud Fentener van Vlissingen)

maandag 14 december 2009

Braamblad - II

Zonsondergang aan zee - IV



Vergeet karma maar

Op school leerden ze je om je aandacht naar buiten te richten, 
om je als persoon te manifesteren. Maar wat heb je daar aan gehad? 
Het heeft een stelletje idioten van jullie gemaakt. 
Kijk eens naar de wereld waarin we leven. 
Kijk eens wat er allemaal gebeurt. 
Kijk eens naar onze leidende figuren. 
Overheids-ambtenaren, staatslieden. 
Dat zijn allemaal mensen die zich als persoon manifesteren. 
Er is ons geleerd dat je erbuiten valt als je naar binnen gekeerd bent, 
dat je nooit ergens zult komen. Waar wil je dan heen? 
Als die mensen toch eens beseften dat de wereld 
waarin ze spelen helemaal karmisch bepaald is. 
Met andere woorden, iedereen staat op zijn plaats, 
daar waar hij hoort te zijn. Fouten bestaan niet.

Die mensen geloven dus niet dat ze niet het lichaam zijn 

en dat de wereld niet bestaat. 
Ze geloven dat ze lichamen zijn 
en dat er een wereld en een universum is. 
Ze zouden het feit moeten accepteren 
dat karma het universum beheerst. 
En dat alles wat er lijkt te zijn een karmisch effect heeft. 
Daarom zeg ik altijd dat fouten niet bestaan. 
Want je bent waar je hoort te zijn, 
in overeenstemming met de wet van karma. 
Maar ga je nu niet bezighouden met het kwijtraken van je karma, 
want dan ben je nog wel even bezig. 
Je moet daar langzaam uitgroeien en leren zien 
dat karma nooit heeft bestaan en niet werkelijk bestaat. 
Word gewoon wakker. Ontwaak.

Waarom zou je niet ontwaken voor deze waarheid? 

Waarom zou je niet wakker worden voor het feit 
dat er niets is wat je zou moeten worden? 
Er vallen geen doelen te bereiken. 
Je moet ervan uitgaan dat alles voorbestemd is, 
dat het voor je in kaart is gebracht. 
Of je gelooft dat je alleen maar een slachtoffer 
van de omstandigheden bent 
dat van alles doormaakt om een les te leren. 
Ik vind het wel grappig als mensen tegen me zeggen: 
'Er is iets gebeurd in mijn leven, 
maar dat zal wel de les zijn die ik te leren heb'. 
Of : 'Dat is mijn karma'. Vergeet karma maar. 
Vergeet de lessen maar die je te leren hebt. 
Niemand hoeft welke les dan ook te leren. 
Niemand hoeft karmische ervaringen door te maken. 
Maak daar nou eens een eind aan. 
Laat het allemaal eens los.
(Robert Adams)

zaterdag 12 december 2009

Pauwenoog - III

Witte wolken - II

Op wolkenborgtocht

Ik heb heimwee naar een land
waar ik nooit was,
waar alle bomen en bloemen
mij kennen,
waar ik nooit heen ga,
maar waar de wolken
zich mij precies herinneren,
een vreemde die in geen thuis
kan uithuilen.

Ik reis
naar eilanden zonder haven,
ik werp de sleutels in zee
meteen bij het vertrek.
Ik kom nergens aan.
Mijn zeil is als een spinnenweb in de wind,
maar het scheurt niet.

En aan de andere kant van de horizon,
waar de grote vogels
aan het einde van hun vlucht
hun vleugels in de zon drogen,
ligt een werelddeel
waar ze mij moeten opnemen
zonder pas,
op wolkenborgtocht.

(Hilde Domin)

vrijdag 11 december 2009

Baken

Valavond aan zee

Als gij en ik als eenling staan - II

Als ik dan voor de poort zal staan, de brug voorbij,
de mens voorbij, mijzelf voorbij,
dan zult Gij mij vragen: is het land in u voorbij,
is de brug in u voorbij, is de mens in u voorbij,
zijt ge uzelf in u voorbij?

Zal ik dan zeggen: het is voorbij?
Liegen is onmogelijk omdat Gij Uzelf in mij zult zien;
en wat Gij van Uzelf in mij niet zult zien,
daar zal ik in mijzelf ervaren: het is niet voorbij.

Stuur mij dan terug, over de brug, in het land,
naar de mensen, naar mezelf,
om daar de rest op te lossen die niet voorbij was;
die Gij in Uzelf niet kende.

En als ik dan weer terug kom, over de brug,
uit het land van de mensen
met mezelf,
dan zal ik weten: er is niets meer dat overblijft
en zal verhinderen Uzelf in mij te zijn.

(Emiel de Keyser)

woensdag 9 december 2009

Reflecties - IV

Zeegezicht - VII

Het hart van bewustzijn

Je bent de eindeloze zee
Waaruit alle werelden, als golven,
Spontaan opkomen en weer verdwijnen.
Je hebt niets te winnen,
En niets te verliezen.

Mijn kind,
Je bent zuiver bewustzijn,
Niets anders.
Jij en de wereld zijn één.
Waarom geloof je dan nog
Dat je haar kunt vasthouden,
Of loslaten?
Hoe kom je erbij?

Je bent de heldere ruimte van bewustzijn,
Zuiver en stil,
Waarbinnen geen geboorte bestaat.
Geen streven.
Geen 'ik'.
Je bent één en dezelfde.
Je kunt niet veranderen of sterven.
Alles wat je ziet, ben jij,
Jij alleen.

Net zoals armbanden, kettingen
En enkelbanden allemaal
Uit hetzelfde goud gesmeed zijn.
'Ik ben niet dit.'
'Ik ben Hij.'
Geef dit onderscheidend denken op.
Besef dat alles het Zelf is.
Geef al je doelstellingen op.

En wees gelukkig.

(Ashtavakra Gita)

dinsdag 8 december 2009

Wonderboom

Ricinus communis - detail: kleurige zaaddozen

Klankschaal - XXXI

As en dauw

Brandhout wordt as, en wordt niet opnieuw brandhout.
Maar zeg niet dat de as later komt, en brandhout het eerst.
Je moet begrijpen dat brandhout

de waarneembare uitdrukkingsvorm van brandhout is.
Daarin zijn verleden en toekomst volledig vervat.
En ook al bezit het zijn verleden en toekomst,
het is er niet van afhankelijk.
As is de waarneembare uitdrukkingsvorm van as,
met volledig inbegrip van verleden en toekomst.
Zoals brandhout geen brandhout meer wordt
nadat het as is geworden,
zo keert een mens ook niet terug tot leven na te zijn gestorven.

Dit is de reden waarom in boeddha-dharma van oudsher
wordt ontkend dat leven tot sterven leidt.
Daarom wordt leven het ongeborene genoemd.
Zo is er ook het onwrikbaar gegeven in Boeddha's onderricht
dat de dood niet tot leven leidt.
Daarom wordt de dood beschouwd als niet-gestorven.
Leven heeft zijn eigen tijd. Sterven heeft zijn eigen tijd.
Je kunt het vergelijken met winter en lente.
Je noemt de winter niet het begin van lente,
zoals ook de zomer niet het einde is van de lente.

Verlichting is als de maan die wordt weerspiegeld op het water.
De maan wordt niet nat,
en het wateroppervlak wordt niet doorbroken.
Het weidse, krachtige schijnsel
wordt zelfs in het kleinste beetje water weerspiegeld.
De hele maan en de hele hemel
zijn zichtbaar in de dauw op het gras,
in een enkele waterdruppel zelfs.
De persoon wordt door verlichting niet verdeeld,
zoals ook de maan het water niet breekt.
Je kunt verlichting niet tegenhouden,
zoals ook een druppel niet de maan tegenhoudt.
De diepte van de druppel is bepalend
voor de hoogte van de maan.
Elke weerspiegeling, hoe lang of kort van duur dan ook,
geeft uitdrukking aan de uitgestrektheid van de dauwdruppel
en verwerkelijkt de grenzeloosheid
van het maanlicht aan de hemel.
(Dōgen Zenji)

zondag 6 december 2009

Compositie - XIX

Aan de stroom

Als gij en ik als eenling staan

Als het eind der tijden daar is en het huis is niet meer
en het systeem is niet meer
en een beschermende ruimte is niet meer
en de groep is niet meer
en gij en ik als eenling staan zonder licht,
op de plaats waar de nacht ons overvalt,
en gij en ik voor een mens staan,
spreek hem dan niet over het huis dat er was,
over het licht dat er kan zijn,
de ruimte die er was,
de stimulans en de bescherming van de groep die er was,
maar geef hem dan de gift der vreesloosheid,
geef hem dan om niet meer terug te krijgen.

(Emiel de Keyser)

vrijdag 4 december 2009

Zeegezicht - VI

Mos en gras

De dans van de wind

In valleien groen en stil
fluistert een zachte bries
door betoverende bossen.
Een meisje, mooi en vrolijk, huppelt over de heuvel,
op blote voeten geniet ze van de warmte van de aarde
zonder haar laarzen.
De harde wind tolt en tolt in razernij rond door het bos,
door haar heen kreeg de harde wind energie.
De wind waait zo hard zonder een moment van rust
en blaast zijn verlangen op om de top van de hemel te bereiken.
Nu wordt de dans geleidelijk luid, ruw en sterk,
hij draait en tolt en huilt en vult de hemel,
laat alles vrij dwarrelen met
stemmetjes die ritselen en kraaien,
alsof ze wanhopig proberen te vliegen.


O prachtige wind die mijn pijn verzacht,
wees gegroet, ik hoorde je in volle vaart van de heuvel komen.
Je zucht van verlichting is niet tevergeefs
want het plezier dat je in mij uitademt is nooit verstild.
Jij en ik herenigen ons als Eén
zoals de geliefde met zijn meisje,
we hebben ons door de vriendeloze wereld heen gevochten
en gewonnen.
Samen bereiken we een gelukkig land nadat we
het lijden laten voorbijgaan.

(Amitakh Stanford)

donderdag 3 december 2009

Mandala

De herfst blaast op den horen...

De Herfst blaast op den horen,
en 't wierookt in het hout;
de vruchten gloren.
De stilten weven gobelijnen
van gouddraad over 't woud,
met reeën, die verbaasd verschijnen
uit varens en frambozenhout,
en sierlijk weer verdwijnen...
De schoonheid droomt van boom tot boom,
doch alle schoonheid zal verdwijnen,
want alle schoonheid is slechts droom,
maar Gij zijt d' Eeuwigheid!
Heb dank dat Gij mijn weemoed wijdt
en zegen ook zijn vruchten.
Een ganzendriehoek in de luchten;
nu komt de wintertijd.
Ik hoor U door mijn hart en door de rieten zuchten.
Ik ben bereid.


Felix Timmermans

Geluk

Geluk ligt in ons en komt niet van buitenaf.
Wij zijn het zelf die het geluk bezielen met onze levenshouding.
Geluk voelt voor mij als een ruimtelijke volheid,
waar ik blij van word.
Als een bron die gaat stromen en opgaat in andere stromen.
Het is er opeens.
Alles wat er bestaat of wat we beleven
kan een geluksgevoel geven.
Bijvoorbeeld een inzicht, iets moois, iets prettigs,
iets wat anderen raar of ongewoon vinden, intimiteit, liefde.
Of wanneer onze passie vorm krijgt en geleefd wordt.
Maar ook wanneer we iets in onszelf onder ogen zien,
ervaren of overwinnen
waarvoor we in een eerder stadium de moed niet hadden.
(Els Kikke)

dinsdag 1 december 2009

Droomlandschap - II

Klankschaal - XXX

Just Be

Het Wezenlijke dat wij allen zijn is Leeg,
het is de oneindige Kennende Ruimte
die potentieel alle ervaringen van alle vormen kan bevatten,
maar die nimmer door die verschijnselen geraakt
of getransformeerd kan worden.
Er is geen Tijd.
En zelf kan nooit gekend worden.

Niemand is speciaal, want iedereen is Dat.
Niemand bevindt zich er buiten.
Niemand kan er uit vallen.
Niemand is het niet.
Het gaat er tot slot om Het niet in tijdelijke ervaringen te zoeken,
het gaat er om je niet te identificeren met de tijdelijke
en immer veranderlijke persoon.
Het gaat er om die Levende Aanwezigheid te realiseren
door te weten dat je altijd Nu bestaat en als Dat te verblijven.
'Just Be' zei Nisargadatta.
Je bent het al, en wat zou je meer kunnen doen?
Wel... er midden in te blijven. Kennend, observerend,
alles wat Het uit zichzelf toch elk moment van het leven doet.
En je niet steeds weer mee te laten slepen
door tijdelijke verschijnselen.

En gebeurt dat dan wel, is dat ook maar wat er is.
Gewoon niet druk om maken,
want je weet inmiddels wie je Zelf bent.
(Rob Ek)

maandag 30 november 2009

Herfstblad - III

Golven - IV

En dat noemen ze nu ziel...

Die voortdurende stroom van gevoelens, dat bent u ook. 
Eigenlijk bent u dat meestal. 
We denken meer: 'Ik wil nog een koekje', dan Hé, dat ben ik, 
die daar zin heeft in een koekje.' 
Het is het verschil tussen bewust, wakker, alert en onbewust, 
slaperig, meedobberend op de stroom van de tijd of, 
nog liever meezwemmend ondergedompeld in de stroom van de tijd.
En dát noemen ze nu ziel. 

Datgene waardoor je merkt dat je leeft. 
Waardoor je beweegt van het een naar het ander. 
De geest is de beweger, de ziel de bewogene 
en het lichaam is dat waarin je beweegt. 
De wind waait over het water, het water maakt golven 
en de golven spoelen aan op de kust. 
Geest beweegt ziel, ziel stormt in het lichaam.
Maar hoe meer de automatische piloot de ziel overneemt, 

hoe meer er alleen een afdruk van de golfslag 
op het strand overblijft. 
De ziel was hier. 
Maar nu is het alleen afdruk. 
Herinnering.
Dit is de voortdurende strijd van de mens. 

Niet de strijd tegen de dood van het lichaam 
maar de strijd tegen de dood van de ziel. 
Dáár gaat het leven over.
(Hans Moolenburgh)

donderdag 26 november 2009

Stronk

Landschap met wolken - XIX

Voorbijtrekkend landschap

Men zou moeten kunnen weggaan
En toch zijn als een boom:
Alsof de wortel in de bodem bleef
Als trok het landschap voorbij en wij stonden vast.

Men moet de adem inhouden,
Tot de wind nalaat
En de vreemde lucht om ons heen begint te draaien,
Tot het spel van licht en schaduw,
Van groen en blauw,
De oude vormen toont,
En wij thuis zijn,
Waar dat ook is,
En kunnen neerzitten en aanleunen.

(Hilde Domin)

woensdag 25 november 2009

Reflecties - III

Zonsondergang aan zee - III

Inkeer

Als ik heel stil ben
kan ik vanuit mijn bed
de zee horen ruisen
maar stil zijn is niet genoeg
ik moet ook mijn gedachten losmaken van het land
Het is niet genoeg
de gedachten los te maken van het vasteland
ik moet ook mijn ademhaling aanpassen aan de zee
omdat ik bij het inademen minder hoor
Het is niet genoeg
de ademhaling aan te passen aan de zee
ik moet ook mijn handen en voeten hun ongeduld ontnemen
Het is niet genoeg
handen en voeten te kalmeren
ik moet ook de beelden weggeven
Het is niet genoeg
de beelden weg te geven
ik moet ook ophouden met moeten
Het is niet genoeg
met moeten op te houden
zolang ik mijn ik niet verlaat
Het is niet genoeg het ik te laten varen
ik leer vallen
Het is niet genoeg
te vallen
maar terwijl ik val
en mezelf ontzink
houd ik op
de zee te zoeken
omdat de zee nu
de kust heeft verlaten
in mijn kamer kwam
en mij is
Als ik heel stil ben.
(Dorothee Sölle)

zaterdag 21 november 2009

Braamblad

Vruchten palmboom

Vraagteken, een wonder?

Wie geen vraagteken zet bij wat hij denkt,
bevindt zich in een wereld van pijn.
Zo eenvoudig is het.
Als een gedachte je stress bezorgt
en je zet er een vraagteken bij,
is de stress verdwenen.
Als het denken eindelijk zichzelf gaat begrijpen,
breekt de humor door.
Dan begint het denken
aan zijn eigen losse draadjes te trekken
en valt het hele breiwerk van overtuigingen uiteen.
En wat er overblijft, wordt steeds vriendelijker.
Ik vind dat heerlijk.
Als er iets overblijft, is het dankbaarheid.
(Byron Katie)

donderdag 19 november 2009

Landschap met wolken - XVIII

Netwerk

Wat ik ben

Eén ding is me duidelijk aan het worden, 
en dat is dat niets op zichzelf staat. 
Alles is met alles vervlochten 
en maakt deel uit van iets groters, 
dat ook weer deel uitmaakt van iets groters: 
een soort energetisch labyrint van het zelf 
waarbij alles met elkaar samenhangt. 
Het weefsel van dit zelf is heel complex: 
de draden lopen niet in mooie rechte lijnen, 
maar in chaotische, multi-dimensionale, 
wervelende patronen; 
sommige zijn zichtbaar, 
andere liggen dieper en zijn niet te zien. 
Dit is mijn zolder. 
Dit is mijn wandkleed, mijn weefsel. 
Het weefsel ben ik zelf, 
maar ik ben niet de wever ervan. 
Op het eerste gezicht lijkt het alsof ik het ben, 
maar zodra ik dichterbij kom 
en zie waar het werkelijk uit bestaat, 
zodra ik de afzonderlijke patronen, 
de miljoenen draden, kan onderscheiden, 
verdwijn 'ik' 
en blijft er alleen maar een willekeurige lappendeken 
van herinneringen en emoties over. 
Dat is wat ik ben. 
Dat is alles wat ik ben.
(Jed McKenna)

woensdag 18 november 2009

Stille muziek

Innerlijk zien...

Wie ben ik?

Wie zich overal bij afvraagt 'Ik' - wie ben ik?, verliest alle valse zelfbeelden. Hij houdt op zich zelf in het middelpunt te plaatsen. Het ego praat ononderbroken. Het vraagt zich af of het wel goed overkomt, of mensen er wel op letten, of het alles wel goed doet enzovoorts. Ik ken mensen die nooit tot rust komen omdat ze steeds om hun ego heen draaien, omdat ze zich steeds afvragen of zij in hun ego niet te kort komen. De vraag wie ik ben brengt mij meer en meer bij mijn eigenlijke zelf, bij het punt waar ik werkelijk ik kan zeggen. Dit ik is in laatste instantie een geheim. Ik raak daar aan het onvervalste beeld dat God zich van mij heeft gemaakt. De vraag naar het ware zelf brengt mij in de innerlijke ruimte van mijn hart, waartoe de mensen geen toegang hebben. Daar kan ik ware rust vinden.
(Anselum Grün)