vrijdag 29 maart 2013

De tussenpersoon

[...] In wezen heb je maar twee wegen tot zelfrealisatie. 
Of je geeft je over aan bewustzijn zelf: het bhaktipad, 
of je traceert waar het ik-gevoel vandaan komt. 
Dus als er een 'ik' opspeelt of een persoon of een kramp, 
dan traceer je waar die vandaan komt, 
op de juiste manier via meditatie, 
en dan lost die op in bewustzijn zelf. 
En overgave is het makkelijkste. 
Just surrender to consciousness. 
Je weet een seconde van te voren 
nog niet wat er gaat gebeuren. Who cares? 
You surrender to consciousness, het simpelste wat er is. 

Helderheid is niet te krijgen. 
Proberen tot helderheid te komen betekent verwarring, 
dan doe je net of het straks kan. 
Uitstel, uitstel van het Nu. 
En Nu kan niet uitgesteld worden. 
Daarom leggen we het accent op onmiddellijk realiseren, 
zonder middelen. Nu, niet straks. 
Wat is, is Zien. 
[...] Alle pieken en dalen zijn tijdelijke ervaringen. 
Welke ervaring dan ook, is onderhevig aan verandering. 
Zowel fantastische ervaringen als vreselijke ervaringen. 
Maar er is iets dat eigenlijk alles omvat, 
dat zich volmaakt onttrekt aan wat voor ervaring dan ook. 
Dat betekent dus dat zowel de piekervaringen 
als de dalervaringen waar het ego of de persoon op gefocust is 
om binnen zijn gezichtsveld te krijgen, 
van zeer korte duur zijn en uiteindelijk niet van belang. 
Dus om daar je leven nu op te bouwen... 
Dat, waarin die pieken en dalen zich manifesteren, 
onttrekt zich aan mijn aandacht en tegelijkertijd 
kan mijn aandacht het niet pakken. 
Want aandacht speelt zich af in Dat, 
dus daarom wordt het gezien 
en tegelijkertijd niet gezien. De paradox. 

Alles wat ik kan zien en wat weer verdwijnt, 
moet tijdelijk zijn en dat onveranderlijke Zijn, 
daar ben ik niet in, daar ben ik niet uit, 
daarin gebeuren de dingen. 
Uiteindelijk weet ik alleen dat er Kennendheid is, 
Awareness, Consciousness. 
En dat weten geeft onmiddellijke vreugde en onmiddellijke rust, 
onmiddellijke vervulling en daar hoeft niets bij. 
Daar mag wel iets bij hoor, daar mag alles bij, dat verstoort mij niet. 
Iets tijdelijks, hoe mooi ook of hoe verschrikkelijk ook, 
kan nooit de waarheid zijn. 
Een ervaring kan nooit de waarheid zijn. 
Want de ervaring heeft iets anders nodig. 
De ervaring wordt gedragen door iets anders 
en dat kan niet ervaren worden. 
Want als het ervaren zou kunnen worden, 
zou het Het niet kunnen zijn. 

Daarom is de waarheid ervaringsloos. 

Het is dus het ervaringsloze dat ervaringen mogelijk maakt. 
Elk gevoel lost op in iets gevoelloos, iets wat geen gevoel kent, 
maar alle gevoelens mogelijk maakt. 
Alles zal verdwijnen in iets wat niet verdwijnt, 
dat onverdwijnbaar is. 
Alles sterft in iets onsterfelijks. 

(Alexander Smit)

donderdag 28 maart 2013

Bloeiend speenkruid


Landschap met boom - V


Heeft iemand ooit gedacht dat het een geluk is...

Heeft iemand ooit gedacht dat het een geluk 
is om geboren te zijn?
Ik haast mij hem of haar te verzekeren
dat het net zo goed een geluk is om te sterven,
en dat weet ik.

Ik ga de dood in met de stervenden 
en kom ter wereld met pasgeboren baby's,
en ik bevind mij niet alleen maar tussen 
mijn hoed en mijn laarzen. 
Ik bestudeer een veelvoud van dingen waarvan er 
geen twee hetzelfde zijn, maar alle zijn goed. 
De aarde is goed, de sterren zijn goed, 
en alles wat bij hen hoort is goed. 

Ik ben geen aarde, noch een satelliet van een aarde. 
Ik ben de makker en metgezel van mensen, 
die allen even onsterfelijk en onpeilbaar zijn als ik zelf ben. 
(Ze weten niet hoe onsterfelijk, maar ik wel).
(Walt Whitman)

zondag 24 maart 2013

Klankschaal - LIX


Maretak - II


Soefi gedicht

In de bergen, stenen en mineralen ben ik in slaap gesust
In de planten en de bomen groei ik naar het licht
In de dieren beweeg ik mij vooruit en heb ik zicht
In de mens ben in aanvankelijk op mijzelf gericht

Van de eenheid nog onbewust
Ben ik op hebben en houden belust
Het leven ervaar ik als een plicht
Waarvan de macht ver buiten me ligt
Voor vele illusies ben ik al gezwicht
En voor ik in mijn eigen verantwoording berust
Raak ik op deze weg uitzichtloos ontwricht

Uiteindelijk keer ik mij naar binnen voor zelfinzicht
Met aandacht wordt mijn innerlijke duisternis verlicht
Mijn hart is waar het werk van Liefde wordt verricht
Hier word ik me van mijn Oorsprong bewust
De grote Bron van eeuwige kalmte en rust
Laat de schepping in haar natuurlijk evenwicht

Ik werd door de Liefde wakker gekust
(Deirdre de Bruyn)

dinsdag 19 maart 2013

Daar komt de lente


Afbraak


Uw oude tehuis

Je mag vele jaren in een stad gewoond hebben,
maar zodra je in slaap valt,
rijst er een andere stad op in je geest,
vol van zijn eigen goed en kwaad.

Je eigen stad, waar je lang woonde,
verdwijnt volledig uit je herinnering.
Je zegt niet:
’Ik ben hier een vreemdeling, dit is mijn stad niet.’
Je meent dat je hier altijd gewoont hebt,
je denkt dat je hier geboren bent en opgegroeid. 

Verbaast het je niet dat je ziel 
zich haar vroegere tehuis niet herinnert?
Maar hoe zou ze zich dit kunnen herinneren?
Zij is gewikkeld in de slaap van deze wereld,
als een ster bedekt door wolken.

Zij heeft door zoveel steden gereisd
en het stof dat haar visie verduistert
is nog niet weggeveegd.
(Jalal ad-Din Roemi)

donderdag 14 maart 2013

Valavond - XXVI


De Veerman

De Veerman door Marc Macken  1955 (Sint-Amands)
geïnspireerd door het gedicht ‘Le Passeur d’Eau’ van Emile Verhaeren

Ontwaken

Dit is wat de zoektocht naar verlichting ten diepste inhoudt: 
de jij van wie jij denkt dat jij dat bent, 
(en die denkt dat jij, jij bent, enzovoorts) 
ben je niet. 
Dat is alleen maar een droompersonage, 
voor korte tijd in het leven geroepen 
door je onderliggende essentie. 

Verlichting bevindt zich niet in dat personage, 
maar in de waarheid die daar aan ten grondslag ligt. 
Nu is er natuurlijk niets mis mee 
om een gedroomd personage te zijn, 
tenzij je doelstelling is om te ontwaken. 
In dat geval moet dit gedroomde personage 
genadeloos teniet gedaan worden. 

Maar als je verlangt naar transcendente gelukzaligheid, 
opperste liefde, hogere bewustzijnstoestanden, 
of het ontwikkelen van je koendalini, 
of, als je de hemel wilt verdienen, 
alle bewuste wezens wilt bevrijden, 
of gewoonweg de meest blitse figuur wilt worden 
die je maar kunt zijn, wees dan maar blij, 
want dan ben je op de juiste plek:
de droomstaat, het dualistische universum. 

Maar als je wilt afrekenen met de hele klerezooi 
en wilt uitvissen wat waar is, 
dán ben je op de verkeerde plek 
en staat je een gruwelijk gevecht te wachten. 
En dat kun je dan maar beter meteen onder ogen zien. 
(Jed McKenna)

dinsdag 12 maart 2013

Sneeuwimpressie - VI


Sneeuwlandschap - IX


Niet-weten


Constant is Niet-weten het geval,
en talloos zijn de vormen die eruit oprijzen.
Niet-weten is op hetzelfde moment
zowel Licht als Vrede, zowel Bewustzijn als Liefde.
En toch, hoewel ze één en hetzelfde zijn,
is er ‘verschil’ zodra ze vorm krijgen.
'En God schiep de mens naar Zijn beeld,
naar Gods beeld schiep Hij hem,
man en vrouw schiep Hij hen.'

Pik en Kut schiep Hij hen,
om via ‘verschil’, en het samenkomen van het ‘verschillende’,
tot nieuwe vorm te komen.
Hoewel ‘verschil’ niet de één tot hoger, of beter, of machtiger maakt,
begonnen de man en de vrouw dit wel zo te voelen.
Zo werd het Temmende uiteindelijk
een dwingeland, een veroveraar en verkrachter.
En zo werd het Zalvende uiteindelijk
een vleier, een verleider en bedrieger, 
die met haar geheim altijd onzichtbaar en onaantastbaar kan blijven.

Omdat deze vergissingen aan beide kanten zo pijnlijk zijn,
en omdat de inherente vreugde van Niet-weten, van Niet-twee
(of Niet-‘verschil’) nooit verloren raakt
(ja altijd brandschoon aanwezig is!),
wordt hierbij de uitnodiging gedaan
oog te krijgen voor de werkelijke zegening
binnenin het ‘verschil’.

De Zuil van Licht, die aanvankelijk zo zichtbaar is,
zo risicovol en strafbaar,
is werkelijk van Licht: de Tejo-Linga;
niet zichtbaar, niet stijf, niet slap –
het begin en het eind zijn niet te vinden.
Durf maar, man,
wees maar deze Zuil,
en herken dat hij niet zichtbaar is.
Geef dit. Schenk dit.
Vereer haar met dit, want dit is vrijheid.

De Poort van Vrede, die aanvankelijk zo verborgen is,
zo geheim en onstrafbaar,
is werkelijk van Vrede;
niet in strijd, niet boos of bang of krachteloos.
O vrouw, je bent zo krachtig,
daar hoef je niets voor te doen.
Geef je boosheid maar op. Onthul maar, toon je geheim.
Sta toe dat je zichtbaar bent. Poort voor het Licht.
Wees object. Dat is schuldloze uitdrukking van Vrede.
Hier smelt porno-object tot heilig altaar;
sta deze paradox maar toe.
Vereer hem met dit, want dit is vrijheid.

Alles wat hier geschreven is,
is niet een weten.
Nooit een norm.
Het zijn tijdelijke schilderingen,
opperingen, tastend in een groot Wonder,
dat altijd Wonder blijft.
Niet-weten is het Uiteindelijke.
In Niet-weten is geen ‘verschil’
tussen Licht en Vrede, tussen Zuil en Poort.
Mogen mijn woorden openvallen in het Wonder van Niet-weten.
(Philip Renard)

woensdag 6 maart 2013

Toverhazelaar - II

Hamamelis

Klankschaal - LVIII


Kennis door inzicht

Ik ben de smaak in zuiver water 
en de zachte aanraking van de wind. 
Ik ben de schittering in de zon en de maan, 
het heilige woord AUM en de klank in de stilte.
Ik ben de moed en kracht van mensen 
en de mannelijkheid in de man. 
Ik ben de zoete geur van de aarde, 
de gloed in het vuur en het leven in alle schepselen. 
Ik ben het streven van de spirituele zoeker 
en de boetedoening van de asceet. 

Weet, dat Ik het eeuwige, 
oorspronkelijke zaad ben in elk schepsel, 
de rede in hen die wijsheid bezitten 
en de stralende pracht van al wat prachtig is. 

Dit openbaar Ik nu aan jou. 
Ik ben het onderscheidingsvermogen, 
de energie in de kracht, 
vrij van begeerte en hartstocht. 
Ik ben het verlangen zelf, 
als dat niet in strijd is met dharma. 
Elk schepsel of voorwerp 
dat zuiver, gedreven of traag van aard is, 
weet dat het uit Mij voortkomt. 
(Bhagavad G­ītā)

maandag 4 maart 2013

Meeuw - IV


Zon in het water


Het gelijkmatig laten branden van het vuur

en het opstellen van de ketel

Een alchemist die het elixir bereidt, 
moet eerst het vuur gelijkmatig laten branden en de ketel opstellen. 
De belangrijkste eigenschap van de ketel - die het elixer bevat -
is dat hij stevig staat.
De belangrijkste eigenschap van het vuur 
- waarmee je de ketel verhit - is flexibiliteit.
Als de ketel niet stevig staat, gaat het elixer verloren,
als het vuur niet gelijkmatig brandt, vliegt het alle kanten op.

Toen ik dit zag, besefte ik het Tao 
van het verfijnen van lichaam en geest.

Standvastigheid bij het ontwikkelen van Tao is de ketel.
Steeds sterker worden door standvastig te zijn,
nooit op je schreden terugkeren,
ook al worden je plannen honderd keer verijdeld,
onverstoorbaar, onwankelbaar zijn - dat is 'de ketel opstellen'.
Onverflauwde aandacht is het vuur.
Gestaag, kalm, onverstoorbaar te werk gaan 
- dat is 'het vuur gelijkmatig laten branden'.

Heb je je voorbereidingen op de juiste wijze getroffen,
dan smelt je de gewoontes uit die 
zich gedurende een heel leven hebben vastgezet
en treedt - doordat je je van alle verontreiniging loutert - 
je oorspronkelijke, zuivere staat aan de dag.
Als de slakken zijn verdwenen en het goud zuiver is,
werp je het oude zelf af en neem je het nieuwe aan.

Nu begint het echte werk.
Je verandert van vuur en ketel, 
je stelt de de tang en de blaasbalg terzijde
en smelt het ware goud tot vocht en vorst.
Zo keer je terug tot de staat van vóór de geboorte.

Vandaar dat de alchemistische klassieke werken 
en geschriften van de adepten 
- het gelijkmatig laten branden van het vuur 
en het opstellen van de ketel 
beschouwen als een eerste vereiste.
(Liu I-ming)