woensdag 30 juni 2010

Klaprozen - II



Stille roos

Je bent de stilte zelf

Een toestand heeft een begin, een midden en een einde. Je hebt fijne en verdrietige bewustzijnstoestanden, toestanden van verlaagd en verhoogd bewustzijn, toestanden van diep en oppervlakkig bewustzijn, maar het toestandloze zijn is niets anders dan stilte. Bewustzijn is stilte. Jij bent die stilte al.
Je geest kan bezig zijn met allerlei gedachten - gedachten over bezigheden of gedachten over je pogingen te stoppen - maar dat gebeurt allemaal binnen het toestandsloze zijn, de stilte zelf.
Wanneer je maar uit je hoofd zou kunnen zetten dat onveranderlijke stilte iets is wat je zou kunnen doen of beoefenen, een streven waarin je kunt slagen of dat kan mislukken, dan kan de stilte - de aanwezigheid van zijn - zich eindelijk openbaren als je eigen zelf.
Onderken dat de neiging stilte te bewerkstelligen ontstaat uit een activiteit van de geest die in de stilte verschijnt. Onderken dat stilte niet dood of leeg is. Het is bewustzijn. Het is bewustzijn zelf en dat bewustzijn ben jij. Gedachten als: 'Ik moet stil worden. Ik probeer stil te zijn. Waarom kan ik niet stil zijn?' worden geobserveerd en ervaren door de stilte zelf.
(Gangaji)

donderdag 24 juni 2010

Compositie - XXII

Poolnacht en zuiderkruis

De weg naar Nergens

De weg naar Nergens ligt recht voor je. En je zult op pad gaan, simpelweg omdat de weg er is en jij ook. Je zult hem achterwaarts en voorwaarts bewandelen. Je zult vele malen van het pad afdwalen en er op terugkeren. Je zult talloze gedachten hebben over wat het allemaal betekent en waar je heen gaat. Maar dat is niets anders dan mentale kletspraat. Die gedachten betekenen niets. Geen enkele gedachte kan je van de weg bevrijden of zorgen dat hij sneller ten einde komt.
Er loopt een weg, maar je weet niet waar die heengaat. Je staat langs de weg, maar je weet niet of je rechtsaf of linksaf moet slaan, of moet blijven waar je bent. Je weet het niet.
Vroeg of laat maak je, ongetwijfeld uit verveling, een keuze. Je gaat links of rechts. En je denkt enthousiast dat je de juiste beslissing hebt genomen, totdat je op moeilijk terrein komt, want dan ben je ervan overtuigd dat je verkeerd gegaan bent. Dat gebeurt, of je nu recht- of linksaf gaat. Dat maakt geen verschil.
Soms zal het erop lijken dat de dingen die in je leven gebeuren het gevolg zijn van de keuzes die je gemaakt hebt. Andere keren zal het je duidelijk zijn dat die dingen toch wel waren opgetreden, ongeacht wat jij gekozen hebt en wanneer je dat gekozen hebt.
(Paul Ferrini)

maandag 21 juni 2010

Natuurwijzer

Zelfportret van een onzichtbare

Alleen Bewustzijn bestaat

Alleen Bewustzijn bestaat. Wanneer Bewustzijn wordt beschouwd vanuit onwetendheid of onwijsheid, wordt het gemanifesteerde universum ervaren, hetgeen het fysieke aspect is van Bewustzijn. Wanneer het oneindige Bewustzijn zich vergist in zijn schijnbaar functioneren en zichzelf aanziet voor iets anders dan wat het werkelijk is, dan ontstaat een ervaren van het zelf, dat eigenlijk de vernietiging van het 'Zelf' is. Op dat moment beperkt Bewustzijn zich tot het denken. Dat heeft als ware aard Zelfkennis te versluieren of zelfs te vernietigen.
Dat versluieren of vernietigen van het Zelf is slechts kortstondig. Maar in de geest wordt die kortstondigheid uitgestrekt tot een wereldcyclus. Waarom? Omdat het de aard van de geest is om een denkbeeldig conceptueel bestaan te scheppen.
Het is zonneklaar dat zulk bestaan, omdat het enkel denkbeeldig is, onwerkelijk is en ophoudt op het moment dat de Waarheid is gerealiseerd. Het moment dat het spreekwoordelijke touw wordt gezien als het touw, verdwijnt de illusie of het denkbeeld van de slang. Zodra de Waarheid is gerealiseerd, is 'zelfvernietiging' getransformeerd in onsterfelijkheid.
De zinsbegoocheling en verwarring die ontstaan door de wereld der verschijnselen niet als illusie te zien, maar als reëel, dat is het denken. De Waarheid niet bevatten, dat is het denken. De Waarheid begrijpen, betekent de vernietiging van het denken (door het als frauduleus te ontmaskeren). Dit is wat men Zelfkennis, Zelfrealisatie, ontwaken of verlichting noemt. Met andere woorden, het helder inzien dat 'dit' (het denken) het beweeglijke bewustzijn is en niet 'Dat' (zuiver Bewustzijn), doet de vernietiging van de illusie van het denken in gang zetten, precies zoals het besef dat 'dit geen water is' de vernietiging van de illusie van de luchtspiegeling teweegbrengt.
(Ramesh Balsekar)

vrijdag 18 juni 2010

Druivelaar

Landschap met wolk

Zien

Zien zonder het denken, zonder het woord, zonder de reacties van het geheugen, 
is totaal verschillend van zien met denken en voelen. 
Wat je met het denken ziet is oppervlakkig; het zien is dan maar ten dele; 
dat is in feite helemaal geen zien. 
Zien zonder het denken is volledig zien. 
Een wolk boven een berg waarnemen - zonder het denken en zijn reacties - 
is het wonder van het nieuwe; het is niet 'mooi', het is explosief in zijn immensiteit, 
het is iets dat er nooit eerder is geweest en dat er nooit meer zal zijn. 
Om te zien, om te luisteren, moet het bewustzijn in zijn totaliteit stil zijn, 
opdat vernietigende schepping kan plaatsvinden. 
Het leven in zijn totaliteit, niet het fragmentarische van alle denken. 
Dan is er geen schoonheid, alleen maar een wolk boven de berg; dat is schepping.

(Jiddu Krishnamurti)

woensdag 16 juni 2010

Valavond - XIX

Witte zeilen aan de kim

Geschenk

Hoe gelukzalig deze dag.
De mist trok vroeg op, ik was bezig in de tuin.
Kolibries hingen stil boven de bloem van de kamperfoelie.
Er was op aarde geen ding dat ik wilde hebben.
Ik kende niemand die het waard was te benijden.
Welk kwaad was geschied was ik vergeten.
Ik schaamde me niet te denken dat ik was wie ik ben.
Ik voelde in mijn lichaam geen enkele pijn.
Toen ik overeind kwam, zag ik een blauwe zee en zeilen.
(Czeslaw Milosz)

dinsdag 15 juni 2010

Zonsondergang aan zee - XI

Klaproos - V

Ik ben, maar weet niet wie

Vanwaar ik kom, weet ik niet,
ik ben, maar weet niet wie,
ik leef, weet niet hoe lang,
ik sterf, weet niet wanneer,
ben onderweg, weet niet waarheen,
ik ben verbaasd dat ik vrolijk ben.

Ik weet zo weinig van mijn leven
dat ik het moet uit handen geven
en God vertrouwen, die mij leidt.
als ik bedroefd ben, verbaast mij dat.
(Hans Thoma)

zaterdag 12 juni 2010

Bottelroos - II

Klankschaal - XXXVII

Mysterie der dingen

XXXIX

Het mysterie der dingen, waar is dat?
Waar is het, dat het zich niet laat zien
Althans om te tonen dat het mysterie is?
Wat weet de rivier hiervan en wat de boom?
En ik, die niet meer ben dan zij, wat weet ik ervan?
Telkens als ik naar de dingen kijk
En denk aan wat de mensen ervan denken,
Lach ik zoals een koele bergbeek klatert over stenen.

Want de enige verborgen zin der dingen
Is dat ze geen enkele verborgen zin hebben.
Het is vreemder dan alles wat vreemd is,
Vreemder dan de dromen van alle dichters
En de gedachten van alle filosofen,
Dat de dingen werkelijk zijn wat ze lijken te zijn
En dat er niets te begrijpen valt.

Ja, dat hebben mijn zintuigen helemaal alleen geleerd:
De dingen hebben geen betekenis: ze bestaan.
De dingen zijn de enige verborgen zin der dingen.

(Fernando Pessoa)

woensdag 9 juni 2010

Chinese 'blauwe' regen


Wisteria sinensis alba

Gele plomp

De waterlelie - IV

De kalmoes groeit bij brak water
roerloos tussen de grassen baadt hij zijn stengel
hij is niet aardgeel, lijkt op een wolk
die een vlam bij valavond kleurt
zijn bloemkroon is slap, de bladeren breed
de lange salamander glipt erin
en verdwijnt in het geel, beloert de prooi
behoedzaam keert de herder terug, houdt de hemel in het oog
de zon mag niet ondergegaan zijn
hij rept zich dan naar huis waar de vrouw
die hem steeds afwijst leeft
en in de barst steekt hij de gele lelie
blijft ze drie dagen aan de muur gehecht
zal niemand ze aanraken
komt de vrouw naar de velden
gaan ze zonder één woord achter het riet
samen liggen.

(Umberto Piersanti)

zondag 6 juni 2010

Vijgenboom

Zeilschip Mir

Het afscheid

Nu zwaarder worden der jaren last
verschijnt mij vaak een droomgezicht:
een haven waar een schoener ligt,
en ik: ik ben een varensgast.
En hoor: zij zingen al aan boord,
en taal wordt mij hun vreemde taal.
'Vaarwel, mijn liefste en mijn land;
ik ben het beste in het want.
Vaarwel, houdt mij geen ontrouw na;
ik ben het beste in de ra.
Vrienden, vaarwel! Ik ben het best
daarboven in het kraaiennest.'
Ik heb geen wensen meer: ik ben
een varensgast, en één van hen.
De horen meldt met grote stem
de afvaart en een nieuw begin.
De bootsman haalt de loopplank in.
(Ida Gerhardt)

vrijdag 4 juni 2010

Zonsondergang aan zee - X

Compositie - XXI

De Alchemie van Liefde

Vanuit een andere wereld komt u tot ons.
Van voorbij de sterren en de lege ruimte.
U bent boven alles verheven,
zuiver, onvoorstelbaar mooi.
U brengt ons de essentie van liefde.
Wie met u in aanraking komt,
wordt op slag een ander mens.
Waar u aanwezig bent,
is geen plaats voor wereldse zorgen en smart.
De vreugde die u brengt,
beroert de harten van alle mensen,
heer of slaaf, koning of onderdaan.
Uw genade
maakt ons sprakeloos.
Al wat slecht is, verandert in goed.
U bent de meester alchemist.
U ontsteekt het vuur van de liefde
in hemel en op aarde,
in de harten en zielen
van alle schepselen.
Uw liefde verenigt
het zichtbare en onzichtbare,
alle tegenstellingen in de wereld.
Al wat aards is, maakt u weer heilig.


(Djelal-oed-Din-Roemi)

dinsdag 1 juni 2010

Zwarte zwaan - II

Ommegang - XIII

Ontrouw

Moella stak in zijn dorp de straat over toen er een man op hem afkwam die zei: 'Weet je wel dat je vrouw je ontrouw is?' Haastig antwoordde Moella: 'Dat is onmogelijk, mijn vrouw zou me nooit ontrouw zijn.'
De man antwoordde: 'Ik kan het je bewijzen. Vannacht om twaalf uur heeft ze een afspraak met haar minnaar onder de vijgeboom bij de rand van het dorp.'
Moella was heel erg van streek en omdat hij een duel met de minnaar van zijn vrouw verwachtte, ging hij een pistool kopen. De hele dag was hij aan het oefenen en dacht aan het gevecht dat komen zou.
Om elf uur 's avonds ging hij met de vreselijkste gedachten naar de vijgenboom. Hij klom in de boom en omdat hij een zeer driftig mens was, sprong hij van tak tot tak, razend van jaloezie en woede.
Hij zag in gedachten zijn vrouw in de armen van haar geliefde en oefende vanuit alle mogelijke posities het schot dat hij op zijn rivaal zou afvuren. Om tien voor twaalf luisterde hij heel aandachtig, maar hoorde nog niets. Om vijf voor twaalf was de spanning van het wachten ondraaglijk geworden. Om drie minuten voor twaalf had hij nog geen teken van de twee vernomen en iedere zenuw in zijn lijf was tot het uiterste gespannen. Om twaalf uur zat hij stil als een tijger die op het punt staat zijn prooi te bespringen, maar er gebeurde nog steeds helemaal niets onder de boom. Toen werd hij plotseling in zijn hele wezen getroffen door een geweldig inzicht:
'Ik ben helemaal niet getrouwd!'
(Jean Klein)