en de zachte aanraking van de wind.
Ik ben de schittering in de zon en de maan,
het heilige woord AUM en de klank in de stilte.
Ik ben de moed en kracht van mensen
en de mannelijkheid in de man.
Ik ben de zoete geur van de aarde,
de gloed in het vuur en het leven in alle schepselen.
Ik ben het streven van de spirituele zoeker
en de boetedoening van de asceet.
Weet, dat Ik het eeuwige,
oorspronkelijke zaad ben in elk schepsel,
de rede in hen die wijsheid bezitten
en de stralende pracht van al wat prachtig is.
Dit openbaar Ik nu aan jou.
Ik ben het onderscheidingsvermogen,
de energie in de kracht,
vrij van begeerte en hartstocht.
Ik ben het verlangen zelf,
als dat niet in strijd is met dharma.
Elk schepsel of voorwerp
dat zuiver, gedreven of traag van aard is,
weet dat het uit Mij voortkomt.
(Bhagavad Gītā)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten