waar ik nooit was,
waar alle bomen en bloemen
mij kennen,
waar ik nooit heen ga,
maar waar de wolken
zich mij precies herinneren,
een vreemde die in geen thuis
kan uithuilen.
Ik reis
naar eilanden zonder haven,
ik werp de sleutels in zee
meteen bij het vertrek.
Ik kom nergens aan.
Mijn zeil is als een spinnenweb in de wind,
maar het scheurt niet.
En aan de andere kant van de horizon,
waar de grote vogels
aan het einde van hun vlucht
hun vleugels in de zon drogen,
ligt een werelddeel
waar ze mij moeten opnemen
zonder pas,
op wolkenborgtocht.
(Hilde Domin)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten