dinsdag 8 december 2009

As en dauw

Brandhout wordt as, en wordt niet opnieuw brandhout.
Maar zeg niet dat de as later komt, en brandhout het eerst.
Je moet begrijpen dat brandhout

de waarneembare uitdrukkingsvorm van brandhout is.
Daarin zijn verleden en toekomst volledig vervat.
En ook al bezit het zijn verleden en toekomst,
het is er niet van afhankelijk.
As is de waarneembare uitdrukkingsvorm van as,
met volledig inbegrip van verleden en toekomst.
Zoals brandhout geen brandhout meer wordt
nadat het as is geworden,
zo keert een mens ook niet terug tot leven na te zijn gestorven.

Dit is de reden waarom in boeddha-dharma van oudsher
wordt ontkend dat leven tot sterven leidt.
Daarom wordt leven het ongeborene genoemd.
Zo is er ook het onwrikbaar gegeven in Boeddha's onderricht
dat de dood niet tot leven leidt.
Daarom wordt de dood beschouwd als niet-gestorven.
Leven heeft zijn eigen tijd. Sterven heeft zijn eigen tijd.
Je kunt het vergelijken met winter en lente.
Je noemt de winter niet het begin van lente,
zoals ook de zomer niet het einde is van de lente.

Verlichting is als de maan die wordt weerspiegeld op het water.
De maan wordt niet nat,
en het wateroppervlak wordt niet doorbroken.
Het weidse, krachtige schijnsel
wordt zelfs in het kleinste beetje water weerspiegeld.
De hele maan en de hele hemel
zijn zichtbaar in de dauw op het gras,
in een enkele waterdruppel zelfs.
De persoon wordt door verlichting niet verdeeld,
zoals ook de maan het water niet breekt.
Je kunt verlichting niet tegenhouden,
zoals ook een druppel niet de maan tegenhoudt.
De diepte van de druppel is bepalend
voor de hoogte van de maan.
Elke weerspiegeling, hoe lang of kort van duur dan ook,
geeft uitdrukking aan de uitgestrektheid van de dauwdruppel
en verwerkelijkt de grenzeloosheid
van het maanlicht aan de hemel.
(Dōgen Zenji)

Geen opmerkingen: