Hij keek om zich heen:
ook in de kamer hetzelfde vreugdevolle, geduldige wachten,
als een ingehouden lenteroep - alle voorwerpen dichtbij
het wonder van een onbegrijpelijke omkering.
Zijn hart klopte hoorbaar.
Het vertrek, de muren en de dingen die hem omgaven,
Zijn hart klopte hoorbaar.
Het vertrek, de muren en de dingen die hem omgaven,
waren slechts uiterlijke, misleidende vormen
voor zijn aardse ogen, voelde hij.
Zij rezen in de wereld der lichamen op als schimmen
uit een onzichtbaar rijk.
Iedere minuut kon de poort zich voor hem ontsluiten,
waarachter het land der onsterfelijken lag.
Hij probeerde zich voor te stellen hoe het zou zijn
Hij probeerde zich voor te stellen hoe het zou zijn
als zijn innerlijke zintuigen ontwaakt waren.
Zal Eva bij mij zijn?
Zal ik naar haar toegaan en haar zien en met haar spreken,
zoals de schepselen van deze aarde elkaar ontmoeten?
Of worden wij kleuren, klanken, zonder vorm,
die in elkaar opgaan?
En worden wij, evenals hier, omgeven door dingen?
Zweven wij als lichtstralen door het oneindige wereldruim?
Of verandert het rijk van de stof mét ons
en veranderen wij in het rijk van de stof?
(Gustav Meyrink)
1 opmerking:
Ja mooi, geweldig die finale van dat boek, zo'n bijzondere sfeer, algemeen ook de boeken van Gustav Meyrink :))) Zit zoveel wijsheid en Weten in verwerkt als je het eruit kan halen.
lieve warme groet Kagib
Een reactie posten