dinsdag 5 oktober 2010

De verloren Zoon

Zo verliet ik het huis van mijn Vader, 
maar verliet ik het werkelijk? 
Zijn huis heeft geen deuren of ramen, 
geen muren of vertrekken. 
  
Zijn huis is het heelal 
en slechts het idee van afgescheiden zijn 
schept deuren en ramen, 
muren en vertrekken. 
  
Nooit kan ik verlaten 
wat ik altijd ben, 
nooit kan verloren raken 
wat in zichzelf steeds thuis is. 
  
Als in een diepe slaap, 
dronken van onwetendheid, 
verloor ik herinnering 
aan wat ik werkelijk ben. 
  
Ik ben de zoon van de Vader. 
De Vader is in mij, 
in de Vader ben ik, 
onverbrekelijk één. 
  
Zijn rijkdom is de mijne, 
al wat van hem is 
is van mij, 
scheiding is niet meer. 
  
Het oudste in mij 
blijft altijd thuis, 
het jongste wil verkennen 
wat de Vader in mij al kent. 
  
Hier en nu plooit zich 
de mantel der liefde om mij heen 
als ik inkeer naar mijn ware zijn 
waar nimmer iets geboren werd. 
  
Terwijl ik uitga, ga ik in, 
terwijl ik inga, ga ik uit. 
Wie zou de zegelring van liefde kunnen breken 
die zonder omtrek is? 
  
Sandalen van liefde en mededogen 
draag ik nu aan mijn voeten,  
die nimmer meer vermoeid zijn 
en wandelen in het Ene. 

(Marcel Messing)

1 opmerking:

Annie zei

Poëtische wijze woorden!Bedankt om ze hier te citeren!