Dat wil niet zeggen dat de ervaring van een verkrampte persoon
niet kan terugkeren, want alles is mogelijk bij bevrijding.
Maar de verkramping heeft sterk de neiging niet meer op te treden
als bevrijding eenmaal gezien is.
Plaatselijkheid daarentegen, het gevoel dat er sprake is
van een lichaam-geest-mechanisme op een bepaalde plaats,
is iets anders dan psychologische en emotionele verkramping.
Toen bevrijding gezien werd, kwam het gevoel van plaatselijkheid
voor dit lichaam-geest-mechanisme een tijdlang niet meer terug.
Er werd gezien dat gewaarzijn overal aanwezig is.
De kamer waarin staan plaatsvond, de straat waarin gelopen werd,
de lichamen en lantarenpalen en bankjes en ruimte die verschenen,
voelden niet anders aan dan deze arm, dit denkproces, dit zien,
deze voeten die over het trottoir liepen.
Het gevoel dat er iemand ergens langs liep
of een ruimte doorkruiste was afwezig.
Maar er werd wel beseft dat het lichaam in staat was
zich door ogenschijnlijke plaats en tijd heen te bewegen
zonder tegen muren of de toekomst te botsen.
Een tijdje later keerde het gevoel van plaatselijkheid weer terug,
en er werd weer gevoeld dat er een lichaam
was dat een tijd-ruimte-dimensie innam.
Maar het gevoel van verkramping dat
voortdurend deel had uitgemaakt van dit leven,
zelfs na het ontwaken, was verdwenen.
Bevrijding gaat gepaard met zien
dat er alleen onvoorwaardelijke liefde is
die verschijnt als alles wat er is.
Daar is geen verklaring voor,
ook al gaat het denken daar naar op zoek.
Het is eenvoudigweg zo.
Als 'ik' gezien wordt als alles,
kan in dat zien geen enkele mogelijkheid aanwezig zijn
dan het besef dat alles liefde is.
(Richard Sylvester)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten