Nergens glijdt een wolk zo mooi
of ze brengt regen
zoals die middag
boven wit zand
toen God de Vader de hemel brak
en ik dacht: ik heb je lief
Nergens glijdt een wolk zo mooi
of ze brengt regen
misschien niet dan, maar
later
in een kamer
te klein voor gedachten
te groot voor woorden
druppels tikten op het raam
in de verte luidde een klok
en jij,
jij kleedde je uit
ontdeed je van mijn blik
omgordde je lichaam met stilte
de tijd keerde ons om, tussen
spiegels van onvermogen, angsten van porselein,
breekbaar als de olifant in onze kamer, want
Nergens gleed een wolk zo mooi
of ze bracht regen
Jaren later sta ik
op datzelfde, witte strand
waar de wolken verglijden
en de zee nog steeds geen antwoord weet
en ik denk aan een meisje en het tafeltje in de hoek
te klein voor elke herinnering
te groot voor haar alleen
Nergens glijdt een wolk zo mooi
als in een mijmering
over het begin van het verleden.
(Jeroen Bernaer)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten