is dat ze voortdurend hun leven opdelen in goed en slecht.
Dat begint met eigenbelang, daarna krijg je het belang van hun gezin,
hun land, dan het belang van de mensheid en tenslotte dat van de wereld.
En als ze in de tussentijd nog tijd over hebben,
verdelen ze dat wat er gebeurt met de buren en hun vrienden
en andere mensen over wie ze horen, ook nog in goed en slecht.
Daarmee hebben ze het waanzinnig druk en daardoor
kunnen ze niet echt goed zien wat hen echt aangaat.
Er bestaat geen keihard goed en kwaad,
zoals de denkende geest gelooft.
Goed en slecht ontstaan vanuit een beperkt referentiekader,
beperkt eigenbelang.
Daar beginnen onwetendheid en beperking.
Hoe vaak doen we niet iets wat tegen onze plicht indruist,
alleen omdat het beter uitkomt voor ons eigenbelang? Wat is eigenbelang?
Iets is goed als ik win en slecht als ik verlies. Zo simpel ligt het.
Winnen en verliezen kunnen slaan op kennis, geld, mensen, ervaring - alles.
Wat verlies ik als er iemand sterft?
Dan verlies ik de aanblik van die mens,
de geruststellende gevoelskennis dat hij of zij bestaat.
Ik verlies een centrum van kennisproductie voor mij.
Omdat de geest ernaar streeft om alles te bezitten wat hij hebben wil,
is het gevoel van verlies groter
naarmate het gevoel van exclusief bezit groter was.
Ik ben ongelukkig omdat ik een bron van kennis kwijt ben.
Moeilijk te accepteren, maar zo ligt het feit.
Een mens is gelukkig als hij wint, ongelukkig als hij verliest...
maar zo werkt het leven niet.
Het leven werkt zo: alle dingen die bestaan, zijn goed.
Je hebt veel wijsheid nodig om dat in te zien.
Vanavond kun je dat misschien nog niet in zijn geheel omvatten.
Maar op een dag zie je het en leef je het - als je deze kant uitgaat.
(Barry Long)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten