vrijdag 11 november 2016

Hoe weinig ik van nut ben

Hoe weinig ik van nut ben,
Ik hef mijn vinger en laat
Niet de kleinste streep achter
In de lucht.

De tijd doet mijn gezicht vervagen,
Ze is reeds begonnen.
Achter mijn voetstappen in het stof
Wast de regen de straten blank
Als een huisvrouw.

Ik was hier.
Ik ga voorbij
Zonder spoor.
De olmen langs de weg
Wenken me toe hoe ik nader,
Groen blauw gouden groet,
En vergeten mij,
Voordat ik voorbij ben.

Ik ga voorbij –
Maar misschien laat ik achter
De zachte klank van mijn stem,
Mijn lachen en mijn tranen
En ook de groet van de bomen in de avond
Op een stukje papier.

En in het voorbijgaan
Helemaal zonder bedoeling,
Steek ik de een of andere
Lantaarn aan
In de harten aan de rand van de weg.
(Hilde Domin)

1 opmerking:

Helma zei

Hier lees ik echt heel veel in.
Heel mooi!