stroomt alom leven, zijn, beweging.
U giet zich uit in hoogte, breedte en in diepte,
opdat hemel, Aarde en onderwereld tot aanzijn mogen komen!
Met hart en rede, en met mijn geest,
mag ik doorklieven uw oneindigheid,
die geen getal kan meten,
waar overal middelpunt en nergens omtrek is.
In uw wezen leeft en rust mijn wezen.
Hoewel verblindheid, waan en furie
zich verbinden met de nood der tijd,
hoewel gemene daad een band smeedt met laaghartigheid,
hoewel de roekeloosheid in 't kielzog vaart der duis'tre jaloezie,
het lukt hen niet de lucht met duister te bedekken,
omdat, ondanks hun pogen, mijn ongesluierd oog blijft fonkelen.
en de schoonheid van mijn zon haar stralen spreidt.
(Giordano Bruno)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten