Het komende is even onomkeerbaar
Als het verstard weleer. Geen enkel ding
Bestaat dat niet een stille letter is
Van het eeuwige, onontwarbare schrift
Welks boek de tijd is. Wie zijn huis verlaat
Is al terug. Ons leven is de aanstaande,
Al afgelegde weg. Niets wuift ons uit
En niets laat ons alleen. Geef het niet op.
Het slavenhuis is donker, het stramien
Is overal van staal, maar ergens in
Een bocht van je gevangenschap bevindt zich
Wellicht een onvolkomenheid, een kier.
Je pad is onontkoombaar als de schicht,
Maar in de spleten wacht Gods aangezicht.
(Jorge Luis Borges)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten