dinsdag 26 mei 2015
Het lijkt of hier voorbij niets bestaat
Ik ben niet het lichaam, niet de persoonlijkheid,
niet de essentie, niet god.
Ik ben niets dat een ervaringsinhoud is.
Toch vinden alle ervaringen in Mij plaats.
Ik ben onveranderlijk.
Ik ben zonder dood.
Ik ben ongeboren.
De concepten leven en dood
zijn niet van toepassing op mij.
Leven en dood zijn niets anders dan een proces
van voortdurende transformatie in mij.
Ik ben de achtergrond
waartegen deze verandering zichtbaar is.
Het vreemdste is hoe het buiten de tijd staat.
Tijd is een beweging in mij.
Het is de beweging van het tijdloze in mij.
Ik besta voorbij tijd en tijdloosheid.
De stilte is onmetelijk.
Het lijkt of hier voorbij niets bestaat.
Vanuit deze stilte verrijzen
alle essentiële manifestaties van Zijn.
Het belangrijkste kenmerk is dat het gewaar is.
Een zwart gewaarzijn,
maar niet helemaal zwart, meer donkergrijs.
Het is niet echt een kleur
maar meer de afwezigheid van kleur.
En je reinste leegte.
Er is geen gevoel van zelfbewustzijn
in deze ervaring van aanwezigheid.
Ook al ervaar ik mezelf
als een oneindige zwarte diepte,
als ik de kwaliteit van de aanwezigheid
probeer te voelen, dan vind ik niks.
Het bewustzijn stopt wanneer het probeert
deze essentie te doorgronden.
Het is absoluut niets.
Dus er is niets
waar het zich van bewust
kan zijn.
Alleen Zijn.
niet de essentie, niet god.
Ik ben niets dat een ervaringsinhoud is.
Toch vinden alle ervaringen in Mij plaats.
Ik ben onveranderlijk.
Ik ben zonder dood.
Ik ben ongeboren.
De concepten leven en dood
zijn niet van toepassing op mij.
Leven en dood zijn niets anders dan een proces
van voortdurende transformatie in mij.
Ik ben de achtergrond
waartegen deze verandering zichtbaar is.
Het vreemdste is hoe het buiten de tijd staat.
Tijd is een beweging in mij.
Het is de beweging van het tijdloze in mij.
Ik besta voorbij tijd en tijdloosheid.
De stilte is onmetelijk.
Het lijkt of hier voorbij niets bestaat.
Vanuit deze stilte verrijzen
alle essentiële manifestaties van Zijn.
Het belangrijkste kenmerk is dat het gewaar is.
Een zwart gewaarzijn,
maar niet helemaal zwart, meer donkergrijs.
Het is niet echt een kleur
maar meer de afwezigheid van kleur.
En je reinste leegte.
Er is geen gevoel van zelfbewustzijn
in deze ervaring van aanwezigheid.
Ook al ervaar ik mezelf
als een oneindige zwarte diepte,
als ik de kwaliteit van de aanwezigheid
probeer te voelen, dan vind ik niks.
Het bewustzijn stopt wanneer het probeert
deze essentie te doorgronden.
Het is absoluut niets.
Dus er is niets
waar het zich van bewust
kan zijn.
Alleen Zijn.
(A. H. Almaas)
woensdag 20 mei 2015
Met alles en iedereen verbonden
Helderheid in je relaties met anderen
schept helderheid in de relatie met jezelf.
Als je niet meer voortdurend in gevecht bent
met de wereld om je heen,
hoef je ook niet meer te vechten tegen jezelf
en ontstaat er ruimte voor innerlijke rust.
Als je niet meer zo in beslag wordt genomen
door de verstrengeling van gedachten en emoties,
kun je meer leven vanuit je gevoel.
Het is alsof de alarmfase voorbij is,
de sirene zwijgt, en de innerlijke stilte
die volgt kan zich verdiepen.
Je wordt je gewaar van je lichaam,
bewegingen, adem, geluiden, stemmen,
gezichten, geuren, de ruimte om je heen,
wolken, geluiden van vogels, de wind,
de warmte van de zon,
en alle contacten die daardoor ontstaan.
Wanneer er niet zoveel tussen jou
en de wereld staat
en je daar niet zo in je hoofd mee bezig bent,
ontstaat een kwaliteit van directheid
die een totaal ander niveau van energie
en ervaring aanboort.
De voldoening, vervulling of vreugde
die dan ontstaan hoeven niet
van buitenaf bevestigd te worden;
ze zijn er gewoon.
Daar hoef je niet over na te denken,
want dat kun je alleen maar ervaren.
Dat betekent niet dat daardoor
alle problemen verdwijnen.
Het is meer alsof het leven wordt aangesloten
op een ander krachtcentrum van een veel hoger voltage
en je eigen lampjes eindelijk meer
op hun ware sterkte kunnen gaan branden.
Je eigen energie vindt de aansluiting terug
op een diepere energiebron.
Je kunt dat de kosmische
of goddelijke energie noemen,
maar eigenlijk is het naamloos, tijdloos, grenzeloos.
Je kunt dat alleen maar zelf ervaren en proberen
er een diepere relatie mee aan te gaan.
Dan ben je nooit meer alleen,
maar steeds met alles en iedereen verbonden.
schept helderheid in de relatie met jezelf.
Als je niet meer voortdurend in gevecht bent
met de wereld om je heen,
hoef je ook niet meer te vechten tegen jezelf
en ontstaat er ruimte voor innerlijke rust.
Als je niet meer zo in beslag wordt genomen
door de verstrengeling van gedachten en emoties,
kun je meer leven vanuit je gevoel.
Het is alsof de alarmfase voorbij is,
de sirene zwijgt, en de innerlijke stilte
die volgt kan zich verdiepen.
Je wordt je gewaar van je lichaam,
bewegingen, adem, geluiden, stemmen,
gezichten, geuren, de ruimte om je heen,
wolken, geluiden van vogels, de wind,
de warmte van de zon,
en alle contacten die daardoor ontstaan.
Wanneer er niet zoveel tussen jou
en de wereld staat
en je daar niet zo in je hoofd mee bezig bent,
ontstaat een kwaliteit van directheid
die een totaal ander niveau van energie
en ervaring aanboort.
De voldoening, vervulling of vreugde
die dan ontstaan hoeven niet
van buitenaf bevestigd te worden;
ze zijn er gewoon.
Daar hoef je niet over na te denken,
want dat kun je alleen maar ervaren.
Dat betekent niet dat daardoor
alle problemen verdwijnen.
Het is meer alsof het leven wordt aangesloten
op een ander krachtcentrum van een veel hoger voltage
en je eigen lampjes eindelijk meer
op hun ware sterkte kunnen gaan branden.
Je eigen energie vindt de aansluiting terug
op een diepere energiebron.
Je kunt dat de kosmische
of goddelijke energie noemen,
maar eigenlijk is het naamloos, tijdloos, grenzeloos.
Je kunt dat alleen maar zelf ervaren en proberen
er een diepere relatie mee aan te gaan.
Dan ben je nooit meer alleen,
maar steeds met alles en iedereen verbonden.
(Robert Hartzema)
zaterdag 16 mei 2015
In slaap zijn
Meestal ben je je totaal niet bewust
van de patronen die zich in je afspelen.
Je reageert automatisch:
als iemand naar je lacht ben je gelukkig,
als iemand boos kijkt word je zelf ook boos
of verdrietig of bang,
net hoe je patronen in elkaar steken.
Eigenlijk reageer je voornamelijk
op impulsen van buitenaf,
hoewel je dat zelf vaak niet in de gaten hebt.
Je loopt voortdurend te malen,
je denkt terug aan wat er mis ging,
of fantaseert over de toekomst.
Er is nauwelijks een 'nu'.
Soms schrik je even wakker,
maar dat is meestal alleen maar
een aanleiding voor het volgende verhaal.
Je leeft op basis van projecties,
onvervulde verlangens, ongeuite emoties,
als in een droom binnen een droom.
Dit lijkt misschien overdreven,
maar hoeveel minuten per dag
ben je je bewust van jezelf,
van je lichaam, je adem,
je gevoelens, je gedachten?
En wat doe je met de tegenslagen,
belemmeringen en angsten
waarmee je geconfronteerd wordt?
Ga je die uit de weg,
geef je de schuld aan anderen,
vecht je ertegen, leg je je erbij neer?
Eerst moet je een klein beetje ontwaken:
zien hoe je je leven leidt,
je gewaar worden van de eindeloze herhalingen
van gedachten, beelden, spanningen,
emoties, reacties, stemmingen.
Meestal moet je je eerst bewust worden
van al deze beperkende patronen,
voordat je het vage gevoel ontwikkelt
dat je dat niet meer wilt,
en er een afkeer ontstaat
van die eeuwige herhalingen.
Dat is de drijfkracht die je aanzet
om op zoek te gaan naar verandering.
van de patronen die zich in je afspelen.
Je reageert automatisch:
als iemand naar je lacht ben je gelukkig,
als iemand boos kijkt word je zelf ook boos
of verdrietig of bang,
net hoe je patronen in elkaar steken.
Eigenlijk reageer je voornamelijk
op impulsen van buitenaf,
hoewel je dat zelf vaak niet in de gaten hebt.
Je loopt voortdurend te malen,
je denkt terug aan wat er mis ging,
of fantaseert over de toekomst.
Er is nauwelijks een 'nu'.
Soms schrik je even wakker,
maar dat is meestal alleen maar
een aanleiding voor het volgende verhaal.
Je leeft op basis van projecties,
onvervulde verlangens, ongeuite emoties,
als in een droom binnen een droom.
Dit lijkt misschien overdreven,
maar hoeveel minuten per dag
ben je je bewust van jezelf,
van je lichaam, je adem,
je gevoelens, je gedachten?
En wat doe je met de tegenslagen,
belemmeringen en angsten
waarmee je geconfronteerd wordt?
Ga je die uit de weg,
geef je de schuld aan anderen,
vecht je ertegen, leg je je erbij neer?
Eerst moet je een klein beetje ontwaken:
zien hoe je je leven leidt,
je gewaar worden van de eindeloze herhalingen
van gedachten, beelden, spanningen,
emoties, reacties, stemmingen.
Meestal moet je je eerst bewust worden
van al deze beperkende patronen,
voordat je het vage gevoel ontwikkelt
dat je dat niet meer wilt,
en er een afkeer ontstaat
van die eeuwige herhalingen.
Dat is de drijfkracht die je aanzet
om op zoek te gaan naar verandering.
(Robert Hartzema)
maandag 11 mei 2015
Glijdt de maan voorbij zonder bedoeling?
Leef het
Grondig dood,
Je leven!
Doe wat je maar wilt:
Alles wat je doet is het beste.
Nacht na nacht
Schijnt de maan
Op de vijver,
Geen licht nalatend,
Geen spoor.
Sommigen zeggen dat dingen bestaan,
Anderen zeggen van niet.
Welke visie is de ware?
Het is als het verschil tussen
Woorden - water of ijs.
Het maakt niet uit
Wie hij is,
Heilig of niet,
Maak zijn woorden de jouwe
Wanneer ze waar zijn.
De vijver is als
De menselijke geest:
Soms troebel,
Soms sereen,
De hemel mag het weten.
Haast jullie, allemaal, vóór
De Dharma-pont vertrekt!
Zou je hem missen,
Wie kan je dan nog helpen
De andere zijde te bereiken?
Glijdt de maan
Voorbij
Zonder bedoeling?
Het is een bode, waarschuwend
Dat jouw leven verglijdt.
Naar het schijnt altijd
Op zijn gemak:
Navel in mijn buik.
De Boeddha's:
We hebben beeltenissen gemaakt,
Houten beelden gesneden,
Maar zij leven
In ons hart.
Grondig dood,
Je leven!
Doe wat je maar wilt:
Alles wat je doet is het beste.
Nacht na nacht
Schijnt de maan
Op de vijver,
Geen licht nalatend,
Geen spoor.
Sommigen zeggen dat dingen bestaan,
Anderen zeggen van niet.
Welke visie is de ware?
Het is als het verschil tussen
Woorden - water of ijs.
Het maakt niet uit
Wie hij is,
Heilig of niet,
Maak zijn woorden de jouwe
Wanneer ze waar zijn.
De vijver is als
De menselijke geest:
Soms troebel,
Soms sereen,
De hemel mag het weten.
Haast jullie, allemaal, vóór
De Dharma-pont vertrekt!
Zou je hem missen,
Wie kan je dan nog helpen
De andere zijde te bereiken?
Glijdt de maan
Voorbij
Zonder bedoeling?
Het is een bode, waarschuwend
Dat jouw leven verglijdt.
Naar het schijnt altijd
Op zijn gemak:
Navel in mijn buik.
De Boeddha's:
We hebben beeltenissen gemaakt,
Houten beelden gesneden,
Maar zij leven
In ons hart.
(Zenrin Sehoshu)
woensdag 6 mei 2015
Als de gedachte 'ik' niet aanwezig is
Als de gedachte 'ik' niet aanwezig is,
zijn er geen andere gedachten.
Komen er gedachten op, vraag dan:
'In wie komen deze op?'
Het antwoord zal dan luiden:
'In mij'.
Wanneer iemand nauwgezet verder gaat met vragen,
in de vorm 'Van waaruit rijst dit 'ik' op?',
en hij diep in zichzelf keert
en de bron van de gedachten vindt in het Hart,
dan wordt hij Hoogste Autoriteit,
onder de parasol van het Absolute.
O oeverloze oceaan van Genade en Licht,
berg Morgenrood onbeweeglijk dansend
in de binnenhof van het Hart!
Daar is geen droom meer van dualiteit,
geen innerlijk of uiterlijk, goed of fout,
leven of dood, genot of pijn, licht of donker.
Water stijgt op uit de zee en vormt wolken,
valt als regen naar beneden en snelt
in rivierstromen terug naar de zee.
Niets kan het tegenhouden
terug te keren naar zijn bron.
Op dezelfde manier rijst het individu op uit U,
en kan niet worden tegengehouden
terug te keren zich met U te herenigen,
ook al gaat zijn weg via allerlei draaikolken.
Een vogel die zich van de aarde verheft,
vliegt de open ruimte in,
maar kan daar geen plaats vinden om te rusten;
daarom moet hij weer naar de aarde terugkeren.
Zo moeten allen de weg terug gaan,
en wanneer het individu zijn bron terugvindt,
verzinkt hij in U en wordt door U geabsorbeerd,
o Arunachala, oceaan van Gelukzaligheid!
zijn er geen andere gedachten.
Komen er gedachten op, vraag dan:
'In wie komen deze op?'
Het antwoord zal dan luiden:
'In mij'.
Wanneer iemand nauwgezet verder gaat met vragen,
in de vorm 'Van waaruit rijst dit 'ik' op?',
en hij diep in zichzelf keert
en de bron van de gedachten vindt in het Hart,
dan wordt hij Hoogste Autoriteit,
onder de parasol van het Absolute.
O oeverloze oceaan van Genade en Licht,
berg Morgenrood onbeweeglijk dansend
in de binnenhof van het Hart!
Daar is geen droom meer van dualiteit,
geen innerlijk of uiterlijk, goed of fout,
leven of dood, genot of pijn, licht of donker.
Water stijgt op uit de zee en vormt wolken,
valt als regen naar beneden en snelt
in rivierstromen terug naar de zee.
Niets kan het tegenhouden
terug te keren naar zijn bron.
Op dezelfde manier rijst het individu op uit U,
en kan niet worden tegengehouden
terug te keren zich met U te herenigen,
ook al gaat zijn weg via allerlei draaikolken.
Een vogel die zich van de aarde verheft,
vliegt de open ruimte in,
maar kan daar geen plaats vinden om te rusten;
daarom moet hij weer naar de aarde terugkeren.
Zo moeten allen de weg terug gaan,
en wanneer het individu zijn bron terugvindt,
verzinkt hij in U en wordt door U geabsorbeerd,
o Arunachala, oceaan van Gelukzaligheid!
(Ramana Maharshi)
zaterdag 2 mei 2015
Ieder van jullie die nu hier is
Ieder van jullie die nu hier is heeft zijn huis verlaten
om te horen wat ik heb te zeggen.
Als er achter de tempelmuren een hond blaft
terwijl je naar me luistert,
hoor je dat en je weet dat het een blaffende hond is.
Als een kraai schreeuwt,
hoor je dat en je weet dat het een kraai is.
Je hoort de stem van een volwassene
als de stem van een volwassene
en die van een kind als die van een kind.
Je bent hier niet gekomen om tijdens mijn toespraak
een hond te horen blaffen, een kraai te horen schreeuwen,
of voor welk ander geluid
dat van buiten de tempel komt dan ook.
En toch, als je hier bent hoor je die geluiden.
Je ogen zien en onderkennen rood en wit
en andere kleuren,
en je neus kan lekkere geuren van stank onderscheiden.
Er is geen enkele manier waarop je van tevoren
had kunnen bepalen welke objecten, geluiden of geuren
je tijdens deze bijeenkomst ten deel zou vallen
en toch ben je in staat om deze onvoorziene objecten
en geluiden te herkennen,
terwijl ze zich voordoen zonder aankondiging.
Dit komt omdat je ziet en hoort binnen het ongeborene.
Dat je op deze manier ziet, hoort en ruikt
zonder dat er een wilsbesluit aan ten grondslag ligt,
vormt het bewijs dat deze inherente
ontwaakte aanwezigheid ongeboren is
en een schitterende, onderscheidende helderheid bezit.
Het ongeborene manifesteert zich
in het niet geboren worden van de gedachte
'Ik wil zien' of 'Ik wil horen'.
Als een hond jankt en miljoenen zouden in koor roepen
dat dat het geluid van een schreeuwende kraai is,
dan betwijfel ik of je daarvan overtuigd zou zijn.
Het is hoogst onwaarschijnlijk dat er een manier is,
waarop ze je zouden kunnen verleiden
om aan te nemen wat ze beweren.
Dat komt dankzij de schitterende
helderheid en ongeborenheid
van je ontwaakte aanwezigheid.
De reden waarom ik zeg dat je op deze wijze
binnen het ‘ongeborene’ ziet en hoort,
is omdat je aanwezigheid geen geboorte geeft
aan welke gedachte of neiging
om te zien of horen dan ook.
Daarom is het ongeboren.
Ongeboren is het tevens het doodloze:
wat niet is geboren, kan niet vergaan.
Dat is de betekenis van mijn uitspraak,
dat alle mensen beschikken over een ongeboren,
ontwaakte aanwezigheid.
om te horen wat ik heb te zeggen.
Als er achter de tempelmuren een hond blaft
terwijl je naar me luistert,
hoor je dat en je weet dat het een blaffende hond is.
Als een kraai schreeuwt,
hoor je dat en je weet dat het een kraai is.
Je hoort de stem van een volwassene
als de stem van een volwassene
en die van een kind als die van een kind.
Je bent hier niet gekomen om tijdens mijn toespraak
een hond te horen blaffen, een kraai te horen schreeuwen,
of voor welk ander geluid
dat van buiten de tempel komt dan ook.
En toch, als je hier bent hoor je die geluiden.
Je ogen zien en onderkennen rood en wit
en andere kleuren,
en je neus kan lekkere geuren van stank onderscheiden.
Er is geen enkele manier waarop je van tevoren
had kunnen bepalen welke objecten, geluiden of geuren
je tijdens deze bijeenkomst ten deel zou vallen
en toch ben je in staat om deze onvoorziene objecten
en geluiden te herkennen,
terwijl ze zich voordoen zonder aankondiging.
Dit komt omdat je ziet en hoort binnen het ongeborene.
Dat je op deze manier ziet, hoort en ruikt
zonder dat er een wilsbesluit aan ten grondslag ligt,
vormt het bewijs dat deze inherente
ontwaakte aanwezigheid ongeboren is
en een schitterende, onderscheidende helderheid bezit.
Het ongeborene manifesteert zich
in het niet geboren worden van de gedachte
'Ik wil zien' of 'Ik wil horen'.
Als een hond jankt en miljoenen zouden in koor roepen
dat dat het geluid van een schreeuwende kraai is,
dan betwijfel ik of je daarvan overtuigd zou zijn.
Het is hoogst onwaarschijnlijk dat er een manier is,
waarop ze je zouden kunnen verleiden
om aan te nemen wat ze beweren.
Dat komt dankzij de schitterende
helderheid en ongeborenheid
van je ontwaakte aanwezigheid.
De reden waarom ik zeg dat je op deze wijze
binnen het ‘ongeborene’ ziet en hoort,
is omdat je aanwezigheid geen geboorte geeft
aan welke gedachte of neiging
om te zien of horen dan ook.
Daarom is het ongeboren.
Ongeboren is het tevens het doodloze:
wat niet is geboren, kan niet vergaan.
Dat is de betekenis van mijn uitspraak,
dat alle mensen beschikken over een ongeboren,
ontwaakte aanwezigheid.
(Meester Bankei)
Abonneren op:
Posts (Atom)