Als het denken naar binnen wordt gekeerd, naar de bron van verlichting, houdt objectieve kennis op te bestaan, en alleen het Zelf straalt als het Hart.
De maan schijnt door het licht van de zon te reflecteren. Als de zon onder is, is de maan nuttig om dingen zichtbaar te maken. Wanneer de zon op is gekomen heeft niemand de naam nodig, ook al is de maanschijf aan de hemel nog zichtbaar. Zo is het ook met het denkvermogen en het Hart. Het denken is nuttig vanwege het licht dat het reflecteert. Het wordt gebruikt om dingen zichtbaar te maken. Als het naar binnen wordt gekeerd gaat het op in de bron van verlichting die uit zichzelf straalt, en het denken is dan als de maan bij dag.
Als het donker is heeft men een lamp nodig. Maar wanneer de zon op is heeft men de lamp niet nodig; het is voldoende als je je ogen op de zelflichtende zon richt. Zo is het ook met het denken; om objecten waar te nemen is het licht dat door het denken wordt gereflecteerd noodzakelijk. Om het Hart te zien is het voldoende dat het denken zich daarop richt. Dan doet het denken er niet meer toe en straalt het Hart vanuit zichzelf.
(Sri Ramana Maharshi)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten