Spiritueel onderzoek bestaat er voor de helft uit je direct tot stilte te brengen.
Wanneer je vraagt; 'Wie ben ik?' zul je, als je eerlijk bent,
merken dat dit je onmiddellijk terugbrengt bij stilte.
Het brein heeft daar geen antwoord op, daarom is er plotseling stilte.
De vraag is bedoeld om jou naar die staat van stilte te voeren die niet gemaakt is,
waar denken of zoeken naar de juiste emotionele ervaring faalt.
Als je zoekt naar wie je bent of vraagt wat de waarheid is,
zul je merken dat deze vragen je onmiddellijk weer tot kalmte brengen.
Als je weerstand hebt tegen kalmte, en de meeste mensen
voelen een hartgrondig verzet tegen kalmte,
dan is het, zodra je tot die staat van kalmte terugkeert,
alsof je druppels water in een pan hete olie laat vallen
- de geest springt als een gek in het rond om iets anders te zoeken,
het een of andere antwoord of beeld dat hij kan bedenken.
Het soort kalmte dat natuurlijk en spontaan en niet beheerst is,
is eigenlijk vol gevoel; ze is warm en onbegrensd.
Beheerste kalmte is verstijfd en eng.
Wanneer kalmte niet beheerst wordt, voel je je heel open;
je wordt ontvankelijk, en de geest dringt zich niet op.
Er vindt een vanzelfsprekende terugkeer naar je ware aard plaats.
Je ware aard is niet kalm, maar kalmte zelf.
Je zou het ook 'niemand' of 'niets' kunnen noemen.
Als je tot de ware kalmte komt, heb je kalm zijn overstegen.
1 opmerking:
Mooi hè? Om die kalmte te kunnen ervaren. Het gebeurt bij elke wezenlijke vraag die je stelt, zo is mijn ervaring.
Een reactie posten