maandag 30 november 2009
En dat noemen ze nu ziel...
Die voortdurende stroom van gevoelens, dat bent u ook.
Eigenlijk bent u dat meestal.
We denken meer: 'Ik wil nog een koekje', dan Hé, dat ben ik,
die daar zin heeft in een koekje.'
Het is het verschil tussen bewust, wakker, alert en onbewust,
slaperig, meedobberend op de stroom van de tijd of,
nog liever meezwemmend ondergedompeld in de stroom van de tijd.
En dát noemen ze nu ziel.
Datgene waardoor je merkt dat je leeft.
Waardoor je beweegt van het een naar het ander.
De geest is de beweger, de ziel de bewogene
en het lichaam is dat waarin je beweegt.
De wind waait over het water, het water maakt golven
en de golven spoelen aan op de kust.
Geest beweegt ziel, ziel stormt in het lichaam.
Maar hoe meer de automatische piloot de ziel overneemt,
hoe meer er alleen een afdruk van de golfslag
op het strand overblijft.
De ziel was hier.
Maar nu is het alleen afdruk.
Herinnering.
Dit is de voortdurende strijd van de mens.
Niet de strijd tegen de dood van het lichaam
maar de strijd tegen de dood van de ziel.
Dáár gaat het leven over.
Eigenlijk bent u dat meestal.
We denken meer: 'Ik wil nog een koekje', dan Hé, dat ben ik,
die daar zin heeft in een koekje.'
Het is het verschil tussen bewust, wakker, alert en onbewust,
slaperig, meedobberend op de stroom van de tijd of,
nog liever meezwemmend ondergedompeld in de stroom van de tijd.
En dát noemen ze nu ziel.
Datgene waardoor je merkt dat je leeft.
Waardoor je beweegt van het een naar het ander.
De geest is de beweger, de ziel de bewogene
en het lichaam is dat waarin je beweegt.
De wind waait over het water, het water maakt golven
en de golven spoelen aan op de kust.
Geest beweegt ziel, ziel stormt in het lichaam.
Maar hoe meer de automatische piloot de ziel overneemt,
hoe meer er alleen een afdruk van de golfslag
op het strand overblijft.
De ziel was hier.
Maar nu is het alleen afdruk.
Herinnering.
Dit is de voortdurende strijd van de mens.
Niet de strijd tegen de dood van het lichaam
maar de strijd tegen de dood van de ziel.
Dáár gaat het leven over.
(Hans Moolenburgh)
donderdag 26 november 2009
Voorbijtrekkend landschap
Men zou moeten kunnen weggaan
En toch zijn als een boom:
Alsof de wortel in de bodem bleef
Als trok het landschap voorbij en wij stonden vast.
Men moet de adem inhouden,
Tot de wind nalaat
En de vreemde lucht om ons heen begint te draaien,
Tot het spel van licht en schaduw,
Van groen en blauw,
De oude vormen toont,
En wij thuis zijn,
Waar dat ook is,
En kunnen neerzitten en aanleunen.
En toch zijn als een boom:
Alsof de wortel in de bodem bleef
Als trok het landschap voorbij en wij stonden vast.
Men moet de adem inhouden,
Tot de wind nalaat
En de vreemde lucht om ons heen begint te draaien,
Tot het spel van licht en schaduw,
Van groen en blauw,
De oude vormen toont,
En wij thuis zijn,
Waar dat ook is,
En kunnen neerzitten en aanleunen.
(Hilde Domin)
woensdag 25 november 2009
Inkeer
Als ik heel stil ben
kan ik vanuit mijn bed
de zee horen ruisen
maar stil zijn is niet genoeg
ik moet ook mijn gedachten losmaken van het land
Het is niet genoeg
de gedachten los te maken van het vasteland
ik moet ook mijn ademhaling aanpassen aan de zee
omdat ik bij het inademen minder hoor
Het is niet genoeg
de ademhaling aan te passen aan de zee
ik moet ook mijn handen en voeten hun ongeduld ontnemen
Het is niet genoeg
handen en voeten te kalmeren
ik moet ook de beelden weggeven
Het is niet genoeg
de beelden weg te geven
ik moet ook ophouden met moeten
Het is niet genoeg
met moeten op te houden
zolang ik mijn ik niet verlaat
Het is niet genoeg het ik te laten varen
ik leer vallen
Het is niet genoeg
te vallen
maar terwijl ik val
en mezelf ontzink
houd ik op
de zee te zoeken
omdat de zee nu
de kust heeft verlaten
in mijn kamer kwam
en mij is
Als ik heel stil ben.
kan ik vanuit mijn bed
de zee horen ruisen
maar stil zijn is niet genoeg
ik moet ook mijn gedachten losmaken van het land
Het is niet genoeg
de gedachten los te maken van het vasteland
ik moet ook mijn ademhaling aanpassen aan de zee
omdat ik bij het inademen minder hoor
Het is niet genoeg
de ademhaling aan te passen aan de zee
ik moet ook mijn handen en voeten hun ongeduld ontnemen
Het is niet genoeg
handen en voeten te kalmeren
ik moet ook de beelden weggeven
Het is niet genoeg
de beelden weg te geven
ik moet ook ophouden met moeten
Het is niet genoeg
met moeten op te houden
zolang ik mijn ik niet verlaat
Het is niet genoeg het ik te laten varen
ik leer vallen
Het is niet genoeg
te vallen
maar terwijl ik val
en mezelf ontzink
houd ik op
de zee te zoeken
omdat de zee nu
de kust heeft verlaten
in mijn kamer kwam
en mij is
Als ik heel stil ben.
(Dorothee Sölle)
zaterdag 21 november 2009
Vraagteken, een wonder?
Wie geen vraagteken zet bij wat hij denkt,
bevindt zich in een wereld van pijn.
Zo eenvoudig is het.
Als een gedachte je stress bezorgt
en je zet er een vraagteken bij,
is de stress verdwenen.
Als het denken eindelijk zichzelf gaat begrijpen,
breekt de humor door.
Dan begint het denken
aan zijn eigen losse draadjes te trekken
en valt het hele breiwerk van overtuigingen uiteen.
En wat er overblijft, wordt steeds vriendelijker.
Ik vind dat heerlijk.
Als er iets overblijft, is het dankbaarheid.
(Byron Katie)
donderdag 19 november 2009
Wat ik ben
Eén ding is me duidelijk aan het worden,
en dat is dat niets op zichzelf staat.
Alles is met alles vervlochten
en maakt deel uit van iets groters,
dat ook weer deel uitmaakt van iets groters:
een soort energetisch labyrint van het zelf
waarbij alles met elkaar samenhangt.
Het weefsel van dit zelf is heel complex:
de draden lopen niet in mooie rechte lijnen,
maar in chaotische, multi-dimensionale,
wervelende patronen;
sommige zijn zichtbaar,
andere liggen dieper en zijn niet te zien.
Dit is mijn zolder.
Dit is mijn wandkleed, mijn weefsel.
Het weefsel ben ik zelf,
maar ik ben niet de wever ervan.
Op het eerste gezicht lijkt het alsof ik het ben,
maar zodra ik dichterbij kom
en zie waar het werkelijk uit bestaat,
zodra ik de afzonderlijke patronen,
de miljoenen draden, kan onderscheiden,
verdwijn 'ik'
en blijft er alleen maar een willekeurige lappendeken
van herinneringen en emoties over.
Dat is wat ik ben.
Dat is alles wat ik ben.
en dat is dat niets op zichzelf staat.
Alles is met alles vervlochten
en maakt deel uit van iets groters,
dat ook weer deel uitmaakt van iets groters:
een soort energetisch labyrint van het zelf
waarbij alles met elkaar samenhangt.
Het weefsel van dit zelf is heel complex:
de draden lopen niet in mooie rechte lijnen,
maar in chaotische, multi-dimensionale,
wervelende patronen;
sommige zijn zichtbaar,
andere liggen dieper en zijn niet te zien.
Dit is mijn zolder.
Dit is mijn wandkleed, mijn weefsel.
Het weefsel ben ik zelf,
maar ik ben niet de wever ervan.
Op het eerste gezicht lijkt het alsof ik het ben,
maar zodra ik dichterbij kom
en zie waar het werkelijk uit bestaat,
zodra ik de afzonderlijke patronen,
de miljoenen draden, kan onderscheiden,
verdwijn 'ik'
en blijft er alleen maar een willekeurige lappendeken
van herinneringen en emoties over.
Dat is wat ik ben.
Dat is alles wat ik ben.
(Jed McKenna)
woensdag 18 november 2009
Wie ben ik?
Wie zich overal bij afvraagt 'Ik' - wie ben ik?, verliest alle valse zelfbeelden. Hij houdt op zich zelf in het middelpunt te plaatsen. Het ego praat ononderbroken. Het vraagt zich af of het wel goed overkomt, of mensen er wel op letten, of het alles wel goed doet enzovoorts. Ik ken mensen die nooit tot rust komen omdat ze steeds om hun ego heen draaien, omdat ze zich steeds afvragen of zij in hun ego niet te kort komen. De vraag wie ik ben brengt mij meer en meer bij mijn eigenlijke zelf, bij het punt waar ik werkelijk ik kan zeggen. Dit ik is in laatste instantie een geheim. Ik raak daar aan het onvervalste beeld dat God zich van mij heeft gemaakt. De vraag naar het ware zelf brengt mij in de innerlijke ruimte van mijn hart, waartoe de mensen geen toegang hebben. Daar kan ik ware rust vinden.
(Anselum Grün)
dinsdag 17 november 2009
De moeilijkste wegen
De moeilijkste wegen
worden alleen gegaan,
de teleurstelling, het verdriet,
het offer
zijn eenzaam.
Zelfs de dode die elk roepen beantwoordt
en geen verzoek verzaakt
staat ons niet bij
en ziet toe
of wij het redden.
De handen van de levenden die zich uitstrekken
zonder ons te bereiken
zijn als de takken van de bomen in de winter.
Alle vogels zwijgen.
Je hoort slechts je eigen voetstap
en de stap die je voet
nog niet is gegaan maar nog gaan zal.
Stil blijven staan en je omkeren
helpt niet. Er moet
worden gegaan.
Neem een kaars in je hand
als in de catacomben,
het vlammetje ademt nauwelijks.
En toch, als je lang bent gegaan,
blijft het wonder niet uit
omdat het wonder altijd geschiedt
en omdat wij zonder genade
niet kunnen leven:
de kaars vlamt op in de vrije adem van de dag,
je blaast hem lachend uit
als je de zon in treedt
en onder de bloeiende tuinen
de stad voor je ligt,
en de tafel in je huis
wit voor jou is gedekt.
En de verliesbare levenden
en de onverliesbare doden
het brood voor je breken en de wijn aanreiken
en jij hun stemmen weer hoort
heel dicht
bij je hart.
worden alleen gegaan,
de teleurstelling, het verdriet,
het offer
zijn eenzaam.
Zelfs de dode die elk roepen beantwoordt
en geen verzoek verzaakt
staat ons niet bij
en ziet toe
of wij het redden.
De handen van de levenden die zich uitstrekken
zonder ons te bereiken
zijn als de takken van de bomen in de winter.
Alle vogels zwijgen.
Je hoort slechts je eigen voetstap
en de stap die je voet
nog niet is gegaan maar nog gaan zal.
Stil blijven staan en je omkeren
helpt niet. Er moet
worden gegaan.
Neem een kaars in je hand
als in de catacomben,
het vlammetje ademt nauwelijks.
En toch, als je lang bent gegaan,
blijft het wonder niet uit
omdat het wonder altijd geschiedt
en omdat wij zonder genade
niet kunnen leven:
de kaars vlamt op in de vrije adem van de dag,
je blaast hem lachend uit
als je de zon in treedt
en onder de bloeiende tuinen
de stad voor je ligt,
en de tafel in je huis
wit voor jou is gedekt.
En de verliesbare levenden
en de onverliesbare doden
het brood voor je breken en de wijn aanreiken
en jij hun stemmen weer hoort
heel dicht
bij je hart.
(Hilde Domin)
maandag 16 november 2009
Bekentenis
Sterren heb ik zien schitteren,
Door niemand ooit eerder gezien -
Wat nabij was werd onzichtbaar,
Wat verre was zag ik nabij.
Klanken heb ik vernomen
Die zelden ooit iemand verneemt -
Woorden zijn tot mij gekomen,
Door het Woord aan het Oerwoord ontleend.
Wat vóór mij hier leefde als meester
Gaf mij als broeder de hand...
Zo ben ik van dromen genezen,
Zo vond ik het lichtende land.
Daar heb ik ontvangen de wijding
Na lange reeks jaren van plicht:
De zonen der hoogst' heerschappijen
Geleiden de broeder naar 't licht.
Nu ben ik in lichtgloed verdronken
Als een druppel in d'eeuwige zee...
Wat ik achter mij liet is verzonken,
En de tijd dat het leefde werd leeg.
Ik vond wat slechts weinigen vonden,
Ik zag wat slechts enkelen zien.
Ik beleefde, aan aardrijk gebonden,
Het eeuwige rijk van de ziel.
Doch als ik ooit aan de aarde
mijn bloedwarme liefde onthield,
Dan zou voor mij ook terstonde
Het lichtende land zijn ontzield.
Door niemand ooit eerder gezien -
Wat nabij was werd onzichtbaar,
Wat verre was zag ik nabij.
Klanken heb ik vernomen
Die zelden ooit iemand verneemt -
Woorden zijn tot mij gekomen,
Door het Woord aan het Oerwoord ontleend.
Wat vóór mij hier leefde als meester
Gaf mij als broeder de hand...
Zo ben ik van dromen genezen,
Zo vond ik het lichtende land.
Daar heb ik ontvangen de wijding
Na lange reeks jaren van plicht:
De zonen der hoogst' heerschappijen
Geleiden de broeder naar 't licht.
Nu ben ik in lichtgloed verdronken
Als een druppel in d'eeuwige zee...
Wat ik achter mij liet is verzonken,
En de tijd dat het leefde werd leeg.
Ik vond wat slechts weinigen vonden,
Ik zag wat slechts enkelen zien.
Ik beleefde, aan aardrijk gebonden,
Het eeuwige rijk van de ziel.
Doch als ik ooit aan de aarde
mijn bloedwarme liefde onthield,
Dan zou voor mij ook terstonde
Het lichtende land zijn ontzield.
(Bô Yin Râ)
zaterdag 14 november 2009
De bron van geluk
Er zijn twee soorten geluk: het ene komt en gaat en het andere is altijd aanwezig en ongevoelig voor omstandigheden. Het geluk dat komt en gaat is het geluk dat we vinden wanneer we onze verlangens najagen – als we ze vervuld krijgen. Het geluk dat immer aanwezig is, daarentegen, hangt niet af van wat we bereiken, omdat dit geluk onze ware aard is. In onze diepste kern zit geluk, vrede en tevredenheid. We hoeven niet op zoek te gaan naar geluk, omdat we het al hebben – we zijn het.
Het probleem is dat het ego dit niet beseft. Het meent dat het spullen en ervaringen nodig heeft om gelukkig te zijn, en daarom jaagt het daarop. Het wekt verlangens (gedachten) op, die emoties veroorzaken, die handelingen voortbrengen, en zo gaat het leven verder. De daden en reacties van de meeste mensen zijn gebaseerd op verlangens – op gedachten die door het ego worden opgewekt, die op hun beurt emoties oproepen, meer gedachten, en meer emoties.
Dit is geen vergissing. Het is de bedoeling dat we zo'n leven vol ervaringen leiden. Het Goddelijke houdt van de ervaring die het door ieder van ons krijgt. Het verwelkomt elke ervaring, zelfs de pijnlijke en moeilijke, gewoon omdat het Goddelijke houdt van ervaringen – elke ervaring. Je kunt deze liefde voor het ervaren voelen wanneer je geest in rust is en je afgestemd bent op het Goddelijke in jezelf, dat ik essentie zal noemen. Wanneer je daar contact mee hebt, voel je de vreugde van zomaar zijn en ervaren. De reden waarom je gelukkig kunt zijn ondanks je omstandig-heden is omdat de echte jij – essentie – volmaakt gelukkig is, wat je omstandigheden ook zijn.
De enige reden waarom je niet gelukkig bent over iets aan jezelf of aan je leven is dat je jezelf daarover iets wijs hebt gemaakt dat jou ongelukkig maakt. In plaats van het te wijten aan wat je jezelf wijsgemaakt hebt, geef je de omstandigheden de schuld, alsof het je in deze omstandigheden onmogelijk is gelukkig te zijn, en dat is een leugen. Je kunt altijd gelukkig zijn. Het is zelfs zo, dat essentie niet ongelukkig kan zijn.
Niets kan iets veranderen aan dit geluk, dat op subtiel energetisch niveau ervaren kan worden als een zoemgeluid in je binnenste. Het is als een innerlijke glimlach. Op elk moment glimlacht er iets in jou, ongeacht wat er gebeurt. Dit iets is de echte jij – essentie.
Het probleem is dat het ego dit niet beseft. Het meent dat het spullen en ervaringen nodig heeft om gelukkig te zijn, en daarom jaagt het daarop. Het wekt verlangens (gedachten) op, die emoties veroorzaken, die handelingen voortbrengen, en zo gaat het leven verder. De daden en reacties van de meeste mensen zijn gebaseerd op verlangens – op gedachten die door het ego worden opgewekt, die op hun beurt emoties oproepen, meer gedachten, en meer emoties.
Dit is geen vergissing. Het is de bedoeling dat we zo'n leven vol ervaringen leiden. Het Goddelijke houdt van de ervaring die het door ieder van ons krijgt. Het verwelkomt elke ervaring, zelfs de pijnlijke en moeilijke, gewoon omdat het Goddelijke houdt van ervaringen – elke ervaring. Je kunt deze liefde voor het ervaren voelen wanneer je geest in rust is en je afgestemd bent op het Goddelijke in jezelf, dat ik essentie zal noemen. Wanneer je daar contact mee hebt, voel je de vreugde van zomaar zijn en ervaren. De reden waarom je gelukkig kunt zijn ondanks je omstandig-heden is omdat de echte jij – essentie – volmaakt gelukkig is, wat je omstandigheden ook zijn.
De enige reden waarom je niet gelukkig bent over iets aan jezelf of aan je leven is dat je jezelf daarover iets wijs hebt gemaakt dat jou ongelukkig maakt. In plaats van het te wijten aan wat je jezelf wijsgemaakt hebt, geef je de omstandigheden de schuld, alsof het je in deze omstandigheden onmogelijk is gelukkig te zijn, en dat is een leugen. Je kunt altijd gelukkig zijn. Het is zelfs zo, dat essentie niet ongelukkig kan zijn.
Niets kan iets veranderen aan dit geluk, dat op subtiel energetisch niveau ervaren kan worden als een zoemgeluid in je binnenste. Het is als een innerlijke glimlach. Op elk moment glimlacht er iets in jou, ongeacht wat er gebeurt. Dit iets is de echte jij – essentie.
(Gina Lake)
woensdag 11 november 2009
Geschapen of niet?
Wij zouden kunnen beweren dat we de oorzaak
van bepaalde dingen kennen.
Maar als we ons onderzoek voortzetten,
Maar als we ons onderzoek voortzetten,
tot op de uiterste grens van die oorzaken,
stuiten wij op iets dat uit zichzelf ontstaan is,
stuiten wij op iets dat uit zichzelf ontstaan is,
zonder dat wij daar een oorzaak van kunnen geven.
Doordat het zichzelf voortbracht kunnen wij niet langer
zoeken naar de oorzaak van dat iets.
Er rest ons niets anders dan dat te accepteren;
Er rest ons niets anders dan dat te accepteren;
het is nu eenmaal zoals het is.
Er wordt gezegd dat de halfschaduw op de schaduw berust.
De schaduw berust dan wederkerig op de fysieke vorm.
En de fysieke vorm berust op zijn beurt weer op de schepper.
Maar wij wagen het de vraag te stellen:
Er wordt gezegd dat de halfschaduw op de schaduw berust.
De schaduw berust dan wederkerig op de fysieke vorm.
En de fysieke vorm berust op zijn beurt weer op de schepper.
Maar wij wagen het de vraag te stellen:
'bestaat deze schepper of bestaat hij niet?'
Als hij niet bestaat, kan hij niet geschapen hebben.
Als hij bestaat dan, als één van de geschapen dingen,
kan hij de schepper van de geschapen dingen niet zijn.
Vandaar, alleen als we ons realiseren
Als hij niet bestaat, kan hij niet geschapen hebben.
Als hij bestaat dan, als één van de geschapen dingen,
kan hij de schepper van de geschapen dingen niet zijn.
Vandaar, alleen als we ons realiseren
dat de fysieke dingen op zichzelf berusten,
kunnen we gaan denken over de schepping van de dingen.
Binnen het rijk van de dingen
kunnen we gaan denken over de schepping van de dingen.
Binnen het rijk van de dingen
is er niets binnen het Mysterie dat niet uit zichzelf gevormd is.
Vandaar dat de schepping der dingen geen Heer kent.
Alles brengt zichzelf voort, en berust niet op iets anders.
Dat is de gewone gang van zaken in het universum.
Vandaar dat de schepping der dingen geen Heer kent.
Alles brengt zichzelf voort, en berust niet op iets anders.
Dat is de gewone gang van zaken in het universum.
(Chuang Tzu)
dinsdag 10 november 2009
Absolute Stilte
Stilte, Bewustzijn, Zijn, Aandacht, Verlichting, Geest, Essentie, Stiltegebed, Boeddhageest, Meditatie, Waarheid, Liefde, God, Nirvana, Leegte, Contemplatie, Het ware Zelf, Nu, Tao, Goddelijke Eenheid, Innerlijke Vrede.
Er bestaat een vriendelijke, liefhebbende, vredevolle stilte, gewoon hier en nu.
Het is er altijd geweest en het is er nu.
Het bevind zich in jezelf en ook helemaal om je heen, een stilte,
een nadrukkelijke leegte,
een schijnbaar niets van waaruit alles ontstaat,
waarin alles bestaat en waarnaar alles terugkeert.
Je kent het, Je hebt het vaker gevoeld.
Er bestaat niets anders dan dit. En jij bent het.
Dit is niet zomaar wat esoterisch spiritueel jargon,
over een of andere new age filosofie.
Een religie of een nieuw geloof. Er is helemaal niet mystieks aan.
Er zijn alleen maar deze woorden, en jij, en de stilte.
Dat is alles.
Het is altijd in je en bij je, elke moment van je leven.
Deze stilte bevat jou, omvat jou, het is jouw zijn.
Uit deze stilte wordt het hele universum geboren.
Al wat bestaat, alle materie
en alle energie bestaat binnen deze stilte.
Deze stilte omvat alles.
Het wordt ook wel aangeduid met de termen: Waarheid, Oneindigheid, Absolute werkelijkheid, Verlichting, Het Niets, God, De heilige geest, Het Ware Zelf, Bewustzijn en Liefde.
Dit is een mysterie dat groter is dan onze geest kan bevatten.
Net als bij een schitterende diamant,
zien we soms enkel een paar facetten.
Dit mysterie is groter dan we zelf zijn,
het gaat ver uit boven wat onze hersenen kunnen bevatten,
boven wat wij rationeel kunnen begrijpen.
En toch bestaat dit binnen ons zelf.
Het grootste wonder hierbij is dat jij en ik,
waarschijnlijk meer dan alle andere levensvormen op aarde,
in staat zijn om ons bewust te zijn van deze realiteit.
Nu. Inderdaad, je bent je ervan bewust,
ook al geloof je dat misschien niet.
Je hebt het je misschien tot nu toe alleen maar niet gerealiseerd.
Deze ervaring, het eenvoudig bewustzijn van ons zijn,
is de stilte zelf.
Dat is alles wat er is.
We hebben er duizenden jaren aan besteed om dit te ontkennen
terwijl het dichter bij ons is,
essentiëler is dan onze eigen ademhaling,
onze eigen harteklop.
Deze stilte dringt in alles door en maakt alles mogelijk.
De stilte laat ons zijn en laat ons vrij.
Er is alleen maar stilte. En jij bent dat.
Alles wat je nodig hebt en alles wat je zoekt,
alles waar je op hoopt en naar verlangt is vervat in deze stilte.
Alles wat je hoeft te doen is stil zijn en Zijn !
Er is alleen maar dit: zuivere stilte..
Welkom in deze stilte, mijn vriend.
(Mark McCloskey)
zondag 8 november 2009
Indra's net
Ver weg, in het hemelse verblijf van god Indra werd een wonderbaarlijk net opgehangen door een gewiekste illusionist. Hij hing het zodanig op dat het zich naar alle zijden in alle oneindigheid uitstrekt. Overeenkomstig de extravagante smaak der goden hing die illusionist op ieder knooppunt van het net een juweel. En omdat het net zelf een oneindige maat heeft, zijn die juwelen oneindig in aantal. Daar hangen die juwelen, glinsterend als de krachtigste sterren, wonderbaarlijk om te zien. Als we nu zomaar een van die juwelen kiezen en er aandachtig naar kijken, dan zullen we zien dat in het gepolijste oppervlak alle andere juwelen die aan het net hangen weerspiegeld zijn, tot in het oneindige. Niet alleen dat, maar ieder juweel dat in dit ene juweel weerspiegeld is, weerspiegelt ook al die andere juwelen, zodat het proces van weerspiegelen oneindig is.
(Avatámsaka soetra)
zaterdag 7 november 2009
Gelijkenissen
Elke verschijningsvorm op aarde is een gelijkenis
en elke gelijkenis is een open deur waardoor de ziel,
indien zij bereid is,
toegang kan verkrijgen tot 's werelds innerlijk,
waar jij en ik, dag en nacht allemaal eender zijn.
Ieder mens vindt in zijn leven
deze open deur wel eens op zijn weg,
iedereen wordt op een gegeven moment bevlogen
door de gedachte dat al het zichtbare een gelijkenis is
en dat achter deze gelijkenis
de geest en het eeuwige leven schuilgaan.
Doch slechts weinigen gaan door de deur naar binnen
om de schone schijn op te geven
voor de vagelijk bevroede werkelijkheid van het innerlijk.
(Hermann Hesse)
vrijdag 6 november 2009
Alles wat wij zijn
Alles wat wij zijn,
wat wij zien, ervaren, zeggen, beleven en doen
is fragment.
Maar er is geen fragment
of de ziel van al wat leeft
is daarin tot uiting gekomen.
Er is geen moment zonder eeuwigheid.
geen sterfelijk wezen,
hoe mismaakt of welgevormd het ook mag zijn,
waarin niet de onsterfelijke schepping is geopenbaard.
Geen weldaad, geen misdaad, geen geest en geen stof,
geen grens en geen duur
of het is bestanddeel van de eenheid van het bestaan.
Deze Eenheid is God,
En wij,
fragmenten als wij zijn en fragmenten die wij maken,
zijn niet in staat hem in beeld of in woord
en zelfs niet in gedachten te vatten.
En wij verlangen dat -
wij hunkeren ernaar.
Wij zijn niet tevreden met het fragment,
wij moeten de Eenheid beleven.
wat wij zien, ervaren, zeggen, beleven en doen
is fragment.
Maar er is geen fragment
of de ziel van al wat leeft
is daarin tot uiting gekomen.
Er is geen moment zonder eeuwigheid.
geen sterfelijk wezen,
hoe mismaakt of welgevormd het ook mag zijn,
waarin niet de onsterfelijke schepping is geopenbaard.
Geen weldaad, geen misdaad, geen geest en geen stof,
geen grens en geen duur
of het is bestanddeel van de eenheid van het bestaan.
Deze Eenheid is God,
En wij,
fragmenten als wij zijn en fragmenten die wij maken,
zijn niet in staat hem in beeld of in woord
en zelfs niet in gedachten te vatten.
En wij verlangen dat -
wij hunkeren ernaar.
Wij zijn niet tevreden met het fragment,
wij moeten de Eenheid beleven.
(Abel Herzberg)
donderdag 5 november 2009
Zelfherkenning
Dit vreemdelingschap: overal thuis te zijn en nergens,
met allen kunnen omgaan en met niemand bevriend zijn
in allen iets vinden en in allen iets missen,
in allen iets van zichzelf herkennen en aan niemand gelijk zijn.
Maar o: geen tweeheid meer,
met allen kunnen omgaan en met niemand bevriend zijn
in allen iets vinden en in allen iets missen,
in allen iets van zichzelf herkennen en aan niemand gelijk zijn.
Maar o: geen tweeheid meer,
alle tweeheid opgelost in de eenheid,
alleen nog een enkel teveel of te kort,
reeds bezig zich ritmisch te verevenwichtigen.
De grote rust van het voltooide inzicht,
alleen nog een enkel teveel of te kort,
reeds bezig zich ritmisch te verevenwichtigen.
De grote rust van het voltooide inzicht,
dat groeit in wijsheid en intensiteit.
Te weten de absolute ondoodbaarheid
Te weten de absolute ondoodbaarheid
van het Goddelijke leven
dat zich door alles heen handhaaft,
dat door de loochening van zichzelve heen onaangetast blijft
De rust van te mogen zien
naar het zichzelf voltrekkende;
deze nieuwe wijze van verantwoordelijkheid,
die alleen nog laten is.
dat zich door alles heen handhaaft,
dat door de loochening van zichzelve heen onaangetast blijft
De rust van te mogen zien
naar het zichzelf voltrekkende;
deze nieuwe wijze van verantwoordelijkheid,
die alleen nog laten is.
(Mellie Uyldert)
woensdag 4 november 2009
Strand bij valavond
Natuurlijkheid
Wat betekent uit het niets komen?
Het betekent dat je niet afhankelijk bent van enige praktijk.
Wat betekent nergens naar toe gaan?
Het betekent dat je geen enkele leerstelling aanhangt.
Wat is afstandelijkheid van een vroegere levenswijze?
Het betekent dat je niet stilstaat op de paden
van het verleden, dat je je losmaakt van etiketten,
en niets verstandelijk beredeneert.
Wat betekent afstandelijkheid van je huidige bestaan?
Het betekent dat de huidige geest
niet beïnvloed is door de dualiteit van zijn en niet-zijn.
Wat betekent afstandelijkheid van een toekomstig bestaan?
Het betekent dat de geest zich niet vastbijt in de toekomst,
maar de natuurlijkheid van alle dingen beseft.
(Fu Shan-hui)
dinsdag 3 november 2009
Tijd is
Je wilt het heden betrappen
terwijl het al niet meer bestaat.
Tijd is een passage, een gesloten
loket waar je steevast te laat –
Tijd is de vereffenaar.
Tijd heelt niets, want slaat weer
nieuwe wonden. Wat tot bloei komt
wordt door hem ontbonden.
Tijd is diep geaard, hij ruikt naar de seizoenen.
Een geur dunt uit, een maand verglijdt.
Hij nestelt zich in mest en fruit, een rozelaar, kastanjebladeren.
Tijd huist in een voorbije zomer,
terwijl het al niet meer bestaat.
Tijd is een passage, een gesloten
loket waar je steevast te laat –
Tijd is de vereffenaar.
Tijd heelt niets, want slaat weer
nieuwe wonden. Wat tot bloei komt
wordt door hem ontbonden.
Tijd is diep geaard, hij ruikt naar de seizoenen.
Een geur dunt uit, een maand verglijdt.
Hij nestelt zich in mest en fruit, een rozelaar, kastanjebladeren.
Tijd huist in een voorbije zomer,
zeelucht en herinnerd meisjeshaar.
Hij schuilt in babyzalf, gedane liefde, een vervallen huid.
Tijd is een slak in tomeloze vaart. Voor kinderen
traag verlopend wordt zijn gang door niets gestuit
totdat je aan de zoom van bitterzoete wateren ligt opgebaard.
Hij schuilt in babyzalf, gedane liefde, een vervallen huid.
Tijd is een slak in tomeloze vaart. Voor kinderen
traag verlopend wordt zijn gang door niets gestuit
totdat je aan de zoom van bitterzoete wateren ligt opgebaard.
(H.C. ten Berge)
maandag 2 november 2009
Pleidooi voor waanzin
Men moet wel waanzinnig zijn om te geloven dat wij mensen kunnen verlossen, dat wij de mensheid kunnen redden, dat wij elkaar heden ten dage kunnen helpen. Maar ik pleit voor zo'n waanzin. Ik pleit voor mystieke waanzin, een waanzin die maar één obsessie kent: verlossing… niet zozeer voor onszelf maar voor iedereen.
(…) Precies wanneer wij de uiterste grens van de wanhoop hebben bereikt,
wat gaan wij dan doen?
Daar blijven staan?
Voor altijd?
In onze traditie is wanhoop nooit het antwoord.
Het is de vraag.
De vraag van alle vragen.
En er komt geen antwoord.
Er kan geen antwoord komen.
Wat ga jij dan doen?
(Shin-ichi Hisamatsu)
Abonneren op:
Posts (Atom)