maandag 31 augustus 2015

De Ene is de onbenoembare

De Ene is een verzamelbegrip.
Net zoals de sterrenhemel een verzamelbegrip is.
De Ene is de onbenoembare die ten grondslag ligt aan alle wording, al het wordende,
en die zelf rechtstreeks uitdrukking is van het zijn. De Ene is zijn in bewustzijn.
Inderdaad gaat wording gepaard met bewustzijnsverlies.
Anders is metamorfose ofwel het spel der vormen niet mogelijk.
Eigen aan dit spel der vormen is het dat het bewustzijn alle mogelijke gedaanten
doorgaat en zich tijdelijk identificeert met iedere ‘gewenste’ vorm.
Dit proces is bekend.

Minder bekend is het dat op deze weg de Ene zich zodanig in zichzelf uitdrukt
dat als het ware afspiegelingen ontstaan die schijnbaar een eigen leven leiden.
Deze afspiegelingen zijn in verhouding als druppels van een oceaan,
maar ze hebben al snel de neiging zichzelf als de oceaan te beschouwen.
Deze afspiegelingen zoeken toch op de lange duur hun weg terug naar de Ene.
Nu is het op de keper beschouwd voor de Ene niet belangrijk of afspiegelingen
al dan niet terugkeren. Dit is voor mensen een moeilijk te verdragen gegeven.
Dat wil zeggen dat de Ene op de doorgaande reis niet terugkijkt.
En slechts dan de aandacht richt op het losgelatene
wanneer dit zich eigener beweging tot hem wendt.

De weg van afspiegeling tot wending naar de Ene is de weg
die ook wel genoemd wordt: de weg van de mens.
Een mens die zich wendt tot de Ene gaat voor het eerst
het pad van eigenlijke inwijding.
Ook daarvóór zijn er in het natuurlijk ritme markeringen te onderscheiden
die inwijdingen kunnen worden genoemd.
In essentie echter is de eerste inwijding die,
waarbij vanuit de mens de verbinding wordt gemaakt met de Ene;
daarop wordt vanzelf geantwoord met het vuur dat de Ene is.

Dit vuur, waarover ook gesproken wordt als de doop door vuur,
is de eigenheid van herkenning, die liefde genoemd kan worden,
maar die verschrikkelijk is om te ervaren voor alles wat naar continuïteit streeft.
Daarom is deze inwijding, hoezeer ook gewenst, volstrekt ongewenst.
Alles in de persoonlijkheid, hoezeer zij zich ook richt op de ziel,
vreest deze ontmoeting.
En toch weet zij dat zij zonder deze ontmoeting verkommert.
Dat is het grote dilemma.

Mensen worden in hun hoofd gebroken, zodra zij echt mens zijn geworden.
Alles wat tot dat moment waarde had valt weg.
Dan zijn zij bereid om te ontvangen en te ervaren wat niet ontvangen
en niet ervaren kan worden. Deze weg brengt grote vreugde.
Wie daar staat ervaart dat veel wat hij zichzelf noemde,
niet getransformeerd kan worden binnen een bepaald tijdsbestek.
Hij staat daar voor de keuze zich terug te trekken naar
en zich te bepalen tot het nog niet getransformeerde en zich daaraan te wijden
óf zich ervan los te maken.
Deze laatste mogelijkheid is nog niet algemeen bekend.
Dat doorgaan mogelijk is.

Net zoals de Ene altijd doorgaat en niet omziet.
(Hans Korteweg)

Geen opmerkingen: