ik ben niet te horen, te zien of te ruiken, kan niet onder woorden worden gebracht:
Ik ben niet te vinden in licht en in wind, niet in lucht of in aarde -
bewustzijn, vreugde, verrukking van de Verrukte is al mijn waarde.
Ik draag geen naam, bezit geen leven en adem geen lucht,
geen element vormt mij en geen lichaam is mijn toevlucht:
Ik spreek niet, heb handen noch voeten, onderga geen groei -
bewustzijn en vreugde ben ik, verrukking in chaos en bloei.
Ik ken haat noch hartstocht, raak niet door waan uit de koers,
geen spoortje trots in mij, ik word nimmer jaloers:
Ik reik niet naar geloof en geloof niet in rijkdom -
bewustzijn ben ik en vreugde, verrukking rondom mij.
Goed en kwaad, pijn en plezier gaan mij niet aan,
noch heilige boeken, offers, gebed, ter bedevaart gaan:
Ik ben niet het voedsel, het eten, niet degene die eet -
bewustzijn en vreugde verrukking van de Verrukte is al wat ik weet.
Ik vrees niet de dood, ras of afkomst kende ik nooit,
geen ouder noemde me kind, geen geboorteband die mij ooit bond:
Ik ben leraar noch leerling, heb vriend noch familie -
bewustzijn en vreugde ben ik, Verrukking is al wat ik zie.
Ik ben niet te kennen, de kennis, de kenner, mijn vorm heeft geen vorm,
ik verblijf in de zinnen, maar ze zijn noch mijn huis noch mijn norm:
Altijd sereen in evenwicht, ben ik vrij noch gebonden -
bewustzijn ben ik en vreugde, in verrukking wordt ik gevonden.
(Sankarāchārya)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten