Een vraag:
'Wat zou je moeten doen om uit een kuil te komen
waar je nooit in bent gevallen,
maar wel denkt te zijn ingevallen?'
'Niets',
is het antwoord dat meestal gegeven wordt,
maar dat slaat de plank mis.
Het inzicht moet aanwezig zijn
dat je nooit in een kuil gevallen bent,
anders stop je niet met je pogingen om eruit te komen.
De spirituele zoeker vraagt degene die ontwaakt is
hoe hij uit de kuil van afgescheidenheid
en lijden kan komen.
De ontwaakte wijst op het feit dat de zoeker
helemaal nooit in een kuil is gevallen.
'Dank u', antwoordt de zoeker,
'maar denkt u dat ik een ladder nodig heb
om uit de kuil te komen?'
De ontwaakte wijst opnieuw op het feit
dat er nooit een kuil is geweest
en dat de zoeker er nooit is in gevallen.
'Dank u', antwoordt de zoeker,
'zou een touw niet beter zijn
om me uit deze kuil te helpen?'
De ontwaakte wijst dan nogmaals op het feit
dat de zoeker niet in een kuil zit.
Dit is hoe het gesprek voelt voor iemand
die tot ontwaken is gekomen.
Maar de ontwaakte blijft met groot mededogen
de richting wijzen.
Op een dag ziet de spirituele zoeker in
dat 'de kuil' niet meer was dan een illusie.
De zoeker en de ontwaakte
kunnen dan samen lachen
om hoe simpel het allemaal is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten