zondag 19 augustus 2012

Non-dualiteit in de Kabbala

Sinds haar verschijnen in de 12de eeuw 
heeft de Kabbala aan het hart van de joodse mystiek gelegen. 
De Kabbala werd oorspronkelijk mondeling overgeleverd 
door een leraar of gids en openbaart de directe kennis 
van non-dualiteit die de Torah niet noemt, 
maar die door God aan Mozes en Adam was medegedeeld.


De essentie van goddelijkheid wordt in ieder ding gevonden 
- niets anders bestaat dan dat. 
Omdat het de oorzaak is van het bestaan van ieder ding, 
kan niets bestaan bij de gratie van iets anders. 
Zij bezielt ze; haar bestaan bestaat in ieder ding dat bestaat.
Ken geen dualiteit aan God toe. Laat God alleen God zijn. 
Als je denkt dat Ein Sof uitstraalt tot aan een zeker punt 
en dan vanaf dat punt er buiten staat, 
heb je de dualiteit geschapen. God verhoede! 
Het is in werkelijkheid zodat al het bestaan God is, 
en dat een steen een ding is dat doordrongen is van goddelijkheid.

Voordat enig bestaan tot manifestatie was gekomen, 
was er slechts Ein Sof. Ein Sof was alles dat bestond. 
Ook was er, nadat alles wat bestaat tot bestaan was gebracht, 
slechts dat. 
Je kunt niets vinden dat er gescheiden van bestaat. 
Er is niets dat niet doordrongen is van de kracht van het goddelijke. 
God verhoede! 
In werkelijkheid is God alles wat er bestaat, 
hoewel niet alles wat bestaat God is. 
Het is in alles aanwezig, en alles komt er uit voort. 
Niets is verstoken van het goddelijke. 
Alles is daarin; het is in alles en buiten alles. 
Er is niets anders dan dat.
(Daniel C. Matt)

Geen opmerkingen: