maandag 6 augustus 2012

De weg van de mens

Al heeft een mens nog zoveel succes, 
al smaakt hij nog zoveel genot, 
al verwerft hij een nog zo grote macht 
en brengt hij nog zoveel geweldigs tot stand: 
zijn leven blijft zonder weg 
zolang hij zijn houding 
tegenover de roepstem niet bepaalt. 

Adam bepaalt zijn houding, 
hij beseft in de klem gedreven te zijn, 
hij bekent: ‘Ik heb mij verborgen’, 
en daarmee begint de weg van de mens.

De beslissende inkeer tot zichzelf 
is het begin van de weg 
in het leven van de mens, 
steeds weer is dit het begin 
van de menselijke weg. 

Maar beslissend is hij slechts dan, 
indien hij leidt tot de Weg. 
Want er is ook 
een onvruchtbare inkeer tot zichzelf, 
die tot niets leidt dan tot zelfkwelling,
 vertwijfeling en nog diepere verwarring.

2 opmerkingen:

anne zei

zo jammer dat ik deze tekst niet kan lezen....

Anoniem zei

Dank je; doet me goed.