je onbedekt hoofd weet wolken te ontroeren,
je hart heeft bezigheden elders,
je mond neemt nieuwe talen op,
het trillend grasland neemt hand over hand toe.
De zomer blaast sterrenbloemen aan en uit,
verblind door vlokken hef je je gezicht,
je lacht en weent en gaat aan jezelf te grond'
wat kan je nog gebeuren?
Verklaar mij, liefde!
De pauw toont plechtig verbaasd
de waaier van zijn staart,
de duif slaat zijn verenkraag omhoog.
vol van gekoer deint heel de lucht,
de woerd kwaakt, van de wilde honing eet
het ganse land, ook in 't gezapig park
bedt ieder perk in stuivend goud.
De vis bloost, zwemt, tuimelt zijn school voorbij
door grotten omlaag in 't bed van koraal.
schuw danst op zilverzandmuziek de schorpioen.
't jonge meisje geurt overheerlijk al van ver;
met zo'n fijn gevoel zou ik ook vleugels
onder het pantser voelen schitteren,
en nam de weg naar 't ver aardbeiveld!
Verklaar mij, liefde!
Water wit te spreken,
golf na golf nemen elkaar bij de hand,
in de wijngaard zwelt de druif, springt en valt.
Zo argeloos, hoe de slak haar huis verlaat!
Een steen weet een and're zacht te maken!
verklaar mij, liefde, wat ik niet verklaren kan:
moet ik die korte rillerige tijd
slechts met gedachten omgang hebben en alleen,
niets lief te hebben en niets liefs te doen?
Moet iemand denken? Wordt hij niet vermist?
je zegt: een andere geest rekent op hem.
verklaar me niets. Ik zie de salamander door
ieder vuur heen gaan. Geen rilling jaagt hem,
geen pijn die hem iets doet.
(Ingeborg Bachmann)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten