wiens zwaard over hem waakt
van de dag dat hij gewonnen werd in dien liefde
'die de zon beweegt en alle sterren'
tot de Laatste Dag,
als de bazuin donderend weerklinkt.
Laat hij niet worden aangelokt
door de rode bordelen,
door de paleizen uit hoogmoed gebouwd,
door de redeloze taveernen.
Laat hij zich niet verlagen tot smeken,
tot de smaad van het huilen, tot verzonnen hoop,
tot de kleine toverijen van vrees, of tot toneelspel.
De Ander slaat hem gade.
Laat hij gedenken dat hij nooit alleen zal zijn.
In het openbare licht of in de duisternis
is de onophoudelijke spiegel zijn getuige:
Laat geen traan het glas bevlekken Heer,
moge na al mijn dagen op Aarde
ik de Engel niet beschamen.
(J. L. Borges)
1 opmerking:
Heel mooi deze tekst.
Heb hem zelfs een keer hardop gelezen.
Een reactie posten