'O meester - waar is de bron des levens?'
'In de duisternis.
Wanneer je naar haar verlangt, trek als Chidr het juiste schoeisel aan
en loop vooraan op de weg van de hoop, totdat je de duisternis bereikt.'
'Aan welke zijde begint de weg?'
'Vanaf elke zijde, waar je maar gaat.
Wanneer je de weg werkelijk gaat, zal je hem geheel verwerven.'
'Welk kenmerk heeft de duisternis?'
'Donkerheid.
Maar je bent reeds in de duisternis, alleen weet je het niet.
Degene, die deze weg gaat, beseft, als hij zichzelf in de duisternis ziet,
dat hij voorheen ook in de duisternis is geweest en nooit licht heeft gezien.
Dit is dus de eerste stap van de pelgrim.'
'Vanaf hier is het mogelijk, dat hij voortgaat.
Wanneer nu iemand bij deze halteplaats aankomt, kan hij verdergaan.
Wie de bron des levens verlangt, lijdt in de duisternis
onder veel vertwijfeling en ronddwalen.
Wanneer hij de bron waardig is,
ziet hij uiteindelijk na de duisternis het licht.
Hij moet dan niet vluchten voor dat licht,
want het is het licht uit de hemel bij de bron des levens.
Wanneer hij de weg aflegt en zich in deze bron wast,
is hij voor de zwaardslag veilig'.
'Laat je doden door het zwaard der liefde,
opdat je het eeuwige leven zal vinden.
Want van het zwaard van Abu Yahya draagt niemand een teken, die opstond.
Ieder, die zich in deze bron wast, zal nooit meer in de droom wegzinken.
Ieder, die het wezen van de ware werkelijkheid heeft gevonden,
komt uit bij deze bron.'
'Wanneer hij te voorschijn komt uit de bron, heeft hij de kundigheid verkregen,
als de balsem, die, als je je hand tegen de zon houdt en je een druppel van
de balsem op je hand laat vallen, van je rug van je hand de binnenzijde bereikt.
Wanneer je Chidr geworden bent,
kan je met gemak dwars door de berg Qaf oversteken.'
(Soehrawardi)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten