niet in staat de pijn te beschrijven
die ik voelde toen je niet bij me was.
Wat zou ik je anders kunnen vertellen!
Heel mijn leven wachtte ik
op een ontmoeting met jou.
Het loopt ten einde,
maar waar is een teken dat je komt?
Vroeger was ik trots,
mijn hoofd in de wolken.
Maar rustend in de deuropening,
rest niets dan jouw afwezigheid.
Hoe kan ik mijn vleugels uitslaan
op de winden van samenzijn
als de vogel van mijn hart
aan het ruien is in het nest
van jouw afwezigheid?
Wat rest me te doen?
De zeilen van jouw afwezigheid
bolden mijn boot van geduld
naar deze dodelijke maalstroom
in een zee van smart.
Weinig tijd is me nog gegeven,
alvorens de golf van mijn verlangen naar jou
de boot van mijn leven zal overspoelen.
Wie bracht het hier op aarde,
dit verlangen, deze afwezigheid?
Laat stof het gezicht van verlangen bedekken,
Laat mijn huis in dienst staan van jouw afwezigheid
en zwart dragen,
de kleur van rouw,
de kleur van verlies.
Ik ben een medereiziger
in het leger van donkere gedachten.
Volhouden is mijn beste vriend.
Wie kan ik beter kennen
als ik in de vlammen staar en voel hoe ver je van me bent?
Hoe kan mijn ziel zich verenigen met jou,
als elke vezel in mijn lichaam het uitroept:
'Waar ben je?'
Aan mijn dis staat een stoel voor jou,
leeg.
Ik eet er mijn hart,
geroosterd op het vuur van onvervuld verlangen.
Ik drink er de wijn,
geperst uit het sap van mijn eigen ingewanden.
De hemel zag hoe ik gevangen zat
in de wurggreep van liefde,
en de strop van het touw van volharding
ging een nog inniger band met me aan.
O, Hafiz, ooit liep je het pad
op voeten van enthousiasme.
Wie kan nu
- hand in hand met het afscheid -
je de teugels van scheiding geven?
(Hafiz)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten