Eet mij op met uw aandacht.
Verban mij niet met uw blik.
Hoor mij niet aan met argwaan.
Laat uw spreken mij niet haten.
Zorg dat je me kent, altijd en overal.
Maar pas op! Wees op uw hoede voor mij.
Maar zorg wel dat je me kent!
Want ik ben de eerste en de laatste.
Ik ben heilig en eerloos.
Ik ben de hoer en de maagd.
Ik ben de moeder en de dochter.
Ik ben onvruchtbaar maar heb vele kinderen.
Vele malen ben ik uitgehuwelijkt,
maar ik heb geen echtgenoot.
Ik ben de vroedvrouw en degeen die baart.
Ik ben de bruid en de bruidegom.
Ik ben de moeder van mijn vader,
de zus van mijn man,
en ik heb hem zelf gebaard.
Ik ben het onbegrijpelijke zwijgen.
Ik ben de almaar weer in de herinnering
teruggeroepen gedachte.
Ik ben de stem die zichzelf begeleidt,
het woord zonder houvast.
Ik ben de naam die ik mijzelf geef.
Ik ben schaamteloos en ik schaam mij diep.
Ik ben de nietsontziende kracht
en sidder van angst.
Wees op uw hoede voor mij!
Haat mij niet.
Heb mij niet lief.
Vrees mij niet.
Maar zoek mij
in uw vreugde en in uw smart.
Neem mij in bezit zonder aarzeling.
Waarom vervloekt u mij?
Waarom vereert u mij?
U heeft mij geslagen en getroost.
Ik ben de vrede
en de oorlog onstond om mij.
Wie mij niet kent, heeft geen weet van mij.
Maar wie mij kent herkent zichzelf.
Soms ben ik heel dicht bij.
En hoe groot is dan de afstand!
Soms ben ik ver verwijderd.
O, hoe na zijn wij elkaar dan.
Luister dan naar mij.
Let goed op.
Er is hier niemand behalve ik.
Maar toch, ik ben hier niet.
Ik ben hier nog nooit geweest.
Verschuil je daarom in mijn woorden.
En laat mij hier achter,
want ik ben er niet.
Als ik hier wel was
zou je me niet kunnen horen.
Haat mij niet.
Heb mij niet lief.
Vrees mij niet.
Maar zoek mij
in uw vreugde en in uw smart,
want daar zul je mij vinden.
(Donder, volmaakt bewustzijn – Nag Hammadi-geschriften)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten