en nu ben ik opeens een lied
aan ‘t worden, fluisterend door het ijle morgenriet.
nu smelt ik weg en voel mij openstromen
naar alle verten van den horizon,
naar ik weet niet
meer waar mijn loop begon.
de schaduwen van blinkend witte wolken
bespelen mij en overzeilen mij;
en scholen zilvren vissen bevolken
mijn diepte en bliksemend voel ik ze mij
doorschichten en mijne wateren alom doorkruisen
en in mijn lissen vluchten
zij zijn mijn kind’ren en mijn liefste dromen
ik ben nu volgegoten met geluk.
de tranen die ik schreide en de zuchten
zie ik vervluchtigen tot regenbogen
die van mijn ogen springen naar de zon.
waar zijn de bergen van den horizon?
ik zie ze niet
(Hendrik Marsman)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten