Ik leef altijd in het heden.
De toekomst ken ik niet, het verleden heb ik al niet meer.
De toekomst ken ik niet, het verleden heb ik al niet meer.
Het één bedrukt me als de mogelijkheid van alles,
het ander als de werkelijkheid van niets.
het ander als de werkelijkheid van niets.
Ik heb verwachtingen noch heimwee.
Wat kan ik, wetend wat mijn leven tot nu toe is geweest
- zoveel keren in zoveel dingen het tegenovergestelde van wat ik had gewenst -
anders aangaande mijn leven van morgen denken dan dat het zal zijn wat ik niet denk,
wat ik niet wil, wat me van buitenaf overkomt, zelfs al is het op grond van mijn eigen wil?
En in mijn verleden is er niets waaraan ik terugdenk met het zinloze verlangen het te herhalen.
Ik ben nooit méér geweest dan een spoor en een schijngestalte van mezelf.
Mijn verleden is al hetgeen ik niet slaagde te zijn.
Zelfs de gevoelens van voorbije momenten wekken geen heimwee bij mij op:
wat men voelt vereist het moment; wanneer dat voorbij is, wordt er een bladzijde omgeslagen
en gaat het verhaal door, maar niet de tekst.
Korte donkere schaduw van een boom in de stad,
licht geluid van water dat in het trieste bekken valt,
licht geluid van water dat in het trieste bekken valt,
groen van het regelmatige gras - plantsoen vlak voor het donker wordt - jullie zijn op dit moment
het hele universum voor mij, want jullie zijn de volledige inhoud van mijn bewuste gevoel.
Ik wil niet méér van het leven dan dat ik voel hoe het zich op deze onvoorziene avonden verliest
op het geluid van vreemde kinderen die spelen in deze plantsoenen,
ingeraamd door de melancholie van de omliggende straten
en boven de hoge takken van de bomen
en boven de hoge takken van de bomen
overwelfd door de aloude hemel waar de sterren opnieuw beginnen.
(Fernando Pessoa)
1 opmerking:
Heel mooi, bijna hoe ik mijzelf wijsmaak dat ik zo leef en denk, bijna...
Een reactie posten