dat de stilte helemaal niet opgezocht hoeft te worden,
dat ze er allang was
vlakbij,
ja, dat wij haar met ons meedroegen
in het zachtmoedig bezig zijn van ons lichaam,
in zijn geduldige reis door de tijd.
De stilte hoeft nooit zelf te reizen,
zij valt altijd samen met haar doel
en haar wachttijden kan niemand meten.
*
De stilte bestiert de geluiden
houdt ze in bewaring,
zorgt voor hen gedurende hun korte leven
en laat hen nooit in de steek.
Zelfs de meest ingetogen geluiden,
die zich niet opdringen
en nauwelijks weet hebben van zichzelf;
krijgen in de stilte de hun toegemeten tijd
zoals het zachte krabben van nagels over de vloer
toen de hond zijn poten al dromend bewoog
of het geritsel uit de mierenhoop
toen de grote trek begon in de zonnewarmte
van een ochtend in april.
Geduldig te zijn als de steen
in zijn afwachting van het mos,
diens traag tastende wortels
die in alle rust
hun houvast zoeken -
te weten dat iets je zoekt
en op je wacht
daarbinnen in de stilte,
dat je tenslotte wellicht
voor een soort ontmoeting zult staan,
voor een tastend begin.
(Carl-Erik af Geijerstam)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten