maandag 25 mei 2009
Niemand is iemand
Niemand is iemand.
Niemand heft een keuze.
Illusies worden geleefd, bevaren, getrotseerd.
Beslissingen ontstaan, waarheden worden geleefd,
de stroom gaat naar de zee.
Uiteindelijk vergaan we, allemaal.
Er is niets, en niets blijft over.
Zoals een ieder wijsheid is in de diepte van Hart,
waar compassie alle stof wegveegt
die helderheid verbergt,
totdat een stil geluk opborrelt.
En daar hoef je niets mee te doen.
Geef ieder zijn leven, zijn lot, zijn bestemming,
zijn genade, zijn weg.
Laat zijn wat is.
(Djihi Marianne)
zondag 24 mei 2009
Mijn bestemming
Mijn bestemming, eens zal ik haar kennen
eens zal ik vinden mijn rust
dan vul ik mijn geest met gezang
en hoef ik niet langer gebogen te gaan
Vol van hoop is mijn hart
dat te rechter tijd mijn redding komt
en aanbreekt de dag dat ik oog in oog
zal staan met mijn bestemming
En als tot dit einde te komen
mijn binnenste wanhopen mocht,
van één vonk zal het al stralen
tot een licht op mijn pad.
En vonken zullen volgen
groeien tot een vuur
en als licht zullen ze dagelijks stralen
en lichten en groeien.
En uit die punten van mijn gedachten
die zich zamelen tot kudden
neem ik mijn letters
en die worden tot woorden.
(Rav Kook)
zaterdag 16 mei 2009
Het diepste IK
Het enige dat echt de moeite waard is,
is het vinden van je diepste 'Ik', de 'Ik' die wij zijn,
en die wij, zonder het te weten, altijd geweest zijn.
Dat 'Ik' is zuiver geest, bevrijd van vorm, tijd en ruimte,
waarin het, om zo uit te drukken, gedeeltelijk is ingebouwd.
Weet wel dat het diepste 'Ik' zo zacht als een vlinder is.
Alleen op een heel voorzichtige, fijnzinnige
en zeer natuurlijke wijze moet je proberen je 'Ik' te bereiken.
Om tot mijn 'Ik' door te dringen bewijst de blijdschap
de beste diensten,
de blijdschap op vertrouwen gebaseerd.
Het diepste van ons eigen wezen
is nog meer in ons innerlijk verborgen
dan wat wij als ons ik beschouwen.
Ons diepste zelf lijkt op een wild dier,
dat op de vlucht slaat zodra er ook maar
de geringste beweging naar wordt gemaakt.
Men kan zijn diepste wezen slechts waarnemen
door toevallige gebeurtenissen.
Je moet daarbij van het principe uitgaan,
dat het er al is, maar dat je er niet naar moet zoeken.
Het opkomen van een gevoel van blijdschap
is het eerste subtiele teken,
dat er een magische kracht in je gaat geboren worden.
is het vinden van je diepste 'Ik', de 'Ik' die wij zijn,
en die wij, zonder het te weten, altijd geweest zijn.
Dat 'Ik' is zuiver geest, bevrijd van vorm, tijd en ruimte,
waarin het, om zo uit te drukken, gedeeltelijk is ingebouwd.
Weet wel dat het diepste 'Ik' zo zacht als een vlinder is.
Alleen op een heel voorzichtige, fijnzinnige
en zeer natuurlijke wijze moet je proberen je 'Ik' te bereiken.
Om tot mijn 'Ik' door te dringen bewijst de blijdschap
de beste diensten,
de blijdschap op vertrouwen gebaseerd.
Het diepste van ons eigen wezen
is nog meer in ons innerlijk verborgen
dan wat wij als ons ik beschouwen.
Ons diepste zelf lijkt op een wild dier,
dat op de vlucht slaat zodra er ook maar
de geringste beweging naar wordt gemaakt.
Men kan zijn diepste wezen slechts waarnemen
door toevallige gebeurtenissen.
Je moet daarbij van het principe uitgaan,
dat het er al is, maar dat je er niet naar moet zoeken.
Het opkomen van een gevoel van blijdschap
is het eerste subtiele teken,
dat er een magische kracht in je gaat geboren worden.
(Gustav Meyrink)
vrijdag 15 mei 2009
Samen op Weg
toeval bestaat maar we weten niet waaruit
we weten her wel: een samenloop van omstandigheden
wat doet de omstandigheden samenlopen?
wie staat het toeval toe toe te slaan?
welke windstoot ledigt alle geesten?
welk huwelijk sluit intuïtie met verstand?
wat is de blauwe wind die je verder draagt?
hoe ver geraken woorden van waarheid?
hoe niets te zeggen over humbug en bluf
glitter en glamour
mooi verpakt in kokervisie
het toeval speelt geen spelletjes
omstandigheden lopen samen op
(Simon Vinkenoog)
donderdag 14 mei 2009
Absoluut Bewustzijn
Stel je komt een donkere kamer binnen,
'Oh, het is donker',denk je bij jezelf.
Met welk licht zie je dat het donker is?
Met het licht van Bewustzijn.
Hoe weet je dat je iets niet weet?
Dat weet je,
dat is onmiddellijk,
dat is Bewustzijn.
Alles verwijst direct,
on-middel-lijk naar Bewustzijn.
Jij bent Absoluut Bewustzijn.
Dat is het enige dat je hoeft te onthouden.
'Oh, het is donker',denk je bij jezelf.
Met welk licht zie je dat het donker is?
Met het licht van Bewustzijn.
Hoe weet je dat je iets niet weet?
Dat weet je,
dat is onmiddellijk,
dat is Bewustzijn.
Alles verwijst direct,
on-middel-lijk naar Bewustzijn.
Jij bent Absoluut Bewustzijn.
Dat is het enige dat je hoeft te onthouden.
(Alexander Smit)
maandag 11 mei 2009
Jezelf
Het is onmogelijk dat deze eenheid van kennis,
gevoel en keuze die die je van jezelf noemt,
op een gegeven moment niet zo heel lang geleden
uit het niets is ontstaan;
deze kennis, gevoel en keuze zijn in wezen eerder eeuwig,
onveranderlijk en numeriek één in alle mensen,
nee in alle sensitieve wezens.
De omstandigheden voor je bestaan zijn
bijna net zo oud als de wereld.
Duizenden jaren lang hebben mensen gestreefd,
geleden en verwekt, en vrouwen hebben
in pijn kinderen gebaard.
Honderd jaar geleden zat er misschien
een ander mens op deze plek;
net als jij keek hij vol ontzag en met verlangens
in zijn hart naar het zwakker wordende
licht op de gletsjers.
Net als jij was hij door een man verwekt
en uit een vrouw geboren.
Hij voelde net als jij pijn en kortstondige vreugde.
Was hij echt iemand anders? Was je het zelf niet?
(Erwin Schrödinger)
zaterdag 9 mei 2009
Nu dan
Nu dan, vandaag dat ik alleen ben en kan zien
Met dat vermogen van het hart, te zien
Wat ik niet ben, al wat ik niet kan zijn,
Wat ik, als ik het was, vergeefs zal zijn,
Vandaag, ik zeg het u, wil ik duurzaam
Beseffen dat ik niemand ben,
En van mijzelf, hooghartig, mij ontslaan
Wijl ik mijn feilen onderken.
Ik heb gefaald in alles, zonder iets te wagen,
zonder iets te doen of iets te zijn,
Noch heb ik, in de distels mijner dagen,
De bloem geplukt van gelukkige schijn.
Rest mij - want ergens is de arme rijk
Als hij het maar wil weten -
De grote onverschilligheid die bij mij blijft.
Ik schrijf het op, om het niet te vergeten.
Met dat vermogen van het hart, te zien
Wat ik niet ben, al wat ik niet kan zijn,
Wat ik, als ik het was, vergeefs zal zijn,
Vandaag, ik zeg het u, wil ik duurzaam
Beseffen dat ik niemand ben,
En van mijzelf, hooghartig, mij ontslaan
Wijl ik mijn feilen onderken.
Ik heb gefaald in alles, zonder iets te wagen,
zonder iets te doen of iets te zijn,
Noch heb ik, in de distels mijner dagen,
De bloem geplukt van gelukkige schijn.
Rest mij - want ergens is de arme rijk
Als hij het maar wil weten -
De grote onverschilligheid die bij mij blijft.
Ik schrijf het op, om het niet te vergeten.
(Fernando Pessoa)
Het zwaard des geestes
Met het spel van de wisselingen komt de mens nooit klaar.
Het heeft geen begin en geen einde.
De dialectiek is dan ook de natuurwetmatige grens
van de diepten.
En in dat grensland verkeert de mens.
Maar hij hoeft er niet doorheen te trekken.
Hij kan eruit oprijzen.
Daarin ligt misschien de menselijke vergissing:
hij wil de grens der diepten doorbreken.
Maar hij moet eraan ontstijgen.
Ieder moment kan de mens deze grens verlaten
en zich opwaarts verheffen.
Ieder moment verheffen zich dan ook velen uit de diepten,
om er echter met een smak weer in terug te zinken.
Tot er eindelijk, eindelijk voldoende begrip is,
uit de ervaring en door het conflict heen geboren.
En is er begrip, waarachtig begrip, dan is er ook voldoende
kracht aanwezig tot verheffing.
Zodra een mens dit punt bereikt heeft,
gaat hij het woord van Hermes verstaan:
'Mijn zoon, aanbid dit woord en vereer het:
er is slechts één godsdienst,
één wijze om god te dienen en vereren,
namelijk niet boos te zijn.’
(J.van Rijckenborgh)
zondag 3 mei 2009
Het eindeloze pad
Het leven raakt plaatsen zoals een zwaan met haar klauwen
sporen nalaat in de sneeuw vooraleer zij wegvliegt
in westelijke of oostelijke richting.
De oude monnik is dood
en begraven onder de nieuwe pagode;
op de oude muren zijn de gedichten
die we schilderden onleesbaar.
Herinner je nog het ruige pad,
de eindeloze weg,
onze uitgeputte lichamen,
hoe onze kreupele ezel balkte.
(Su Chi)
Voorbijtrekkend landschap
Men zou moeten kunnen weggaan
En toch zijn als een boom:
Alsof de wortel in de bodem bleef
Als trok het landschap voorbij en wij stonden vast.
Men moet de adem inhouden,
Tot de wind nalaat
En de vreemde lucht om ons heen begint te draaien,
Tot het spel van licht en schaduw,
Van groen en blauw,
De oude vormen toont,
En wij thuis zijn,
Waar dat ook is,
En kunnen neerzitten en aanleunen.
En toch zijn als een boom:
Alsof de wortel in de bodem bleef
Als trok het landschap voorbij en wij stonden vast.
Men moet de adem inhouden,
Tot de wind nalaat
En de vreemde lucht om ons heen begint te draaien,
Tot het spel van licht en schaduw,
Van groen en blauw,
De oude vormen toont,
En wij thuis zijn,
Waar dat ook is,
En kunnen neerzitten en aanleunen.
(Hilde Domin)
Abonneren op:
Posts (Atom)