dinsdag 31 augustus 2010

Compositie - XXV

Wilg - III

O heilige levensboom

O heilige levensboom,
in wiens eeuwige midden ik onwankelbaar sta.
Uw wortels vinden geen einde,
omdat de grond waarin gij groeit grondeloos is.
Uw takken vinden geen hemelse grens,
omdat de hemelen waarnaar gij reikt
grenzeloos zijn.


O heilige levensboom,
in wie begintijd en eindtijd versmolten
zijn tot tijdloosheid.
Uw stam kent geen jaarring meer,
uw bloesem geen seizoen,
uw eenheid geen goed en kwaad.


O heilige levensboom,
in wie de belofte van eindeloze
vreugde reeds is vervuld.
Uw bladeren fluisteren het groenend geheim.
Uw takken spelen met het vormenspel.
Uw omvang is gelijk de hoogte,
uw hoogte gelijk de peilloze diepte.


O heilige levensboom,
In wiens eeuwige midden ik onwankelbaar sta.
Bij uw wortels vind ik de onsterfelijke levensbron.
In uw takken reik ik naar eindeloze verten.
In uw bladeren tril ik van ongekend geluk.
In uw levenskracht adem ik het heelal.
In uw schoonheid zie ik de goddelijke harmonie.
In uw vruchten proef ik de zoete nectar van het zijn.
In uw bloesem ruik ik de heilige geur van leven.


Onsterfelijk staat gij in mijn midden.
Vaste zuil van zonnegoud,
vleesgeworden Woord va n het ongeziene.
Beginloos en zonder einde bloesemt
uw liefde die ik zelfloos ben.
(Marcel Messing)

vrijdag 27 augustus 2010

Meeuw - III

Goudsbloemen

Ik ben het Absolute

Zo moet je tot de overtuiging komen dat jij het Absolute bent, dat is heel belangrijk. Richt je aandacht alleen daarop. Voordat het Zijn of de kennendheid verschijnt, ben Ik, het Absolute, er al, in eeuwigheid. Wie richt de aandacht? Wie weet dat dit aandacht richten is? Datgene wat de aandacht richt, is er al voordat er aandacht is.
Hoe kun je met de geest mediteren? Voor wat jij 'meditatie' noemt, is een object nodig. Wie neemt de meditatie waar? Wie mediteert er? Het proces maakt de aanwezigheid noodzakelijk, van zowel 'iemand', als een 'object'. Maar voordat er ook maar iets is, moet er 'Iemand' zijn die 'Mediteert'. Laat Die er alleen zijn, zonder een of ander object. In de ware meditatie is Degeen Die Mediteert er 'alleen', zonder een of ander object waarop gemediteerd zou kunnen worden.

Vóór de waaktoestand ben Ik, of het Absolute, er altijd.
Bij het wakker worden, wordt het me duidelijk dat 'ik ben'. En pas daarna sluipen alle andere gebeurtenissen en dingen de geest binnen. Ik herhaal; het Ik, het Absolute, is er eerder dan de waaktoestand. Houd dat vast. Blijf daar. Je moet je verankeren in je huidige ware natuur 'ik ben'. Je moet afzien van alle andere ondergeschikte en overbodige objecten. Richt op geen van die dingen je aandacht. Het hele proces is erop gericht dat jij in de bron blijft. Wat is op dit moment je bron? 'Ik ben'. Zorg dat je greep krijgt op die 'ik ben'-heid en nestel je daarin.

Je moet jezelf realiseren. Je moet staan op de grens tussen 'ik ben' en 'niet-'ik ben". Stel dat je niet ontdekt dat 'je bent'. Betekent dat dan dat je er niet bent? Als die 'ik ben'-heid er niet is, ben Jij, het Absolute, er. Dat betekent dat Jij voor, tijdens en na de waaktoestand onaangetast blijft. Tijdens de waaktoestand neemt het besef van jouw 'ik ben'-heid de wereld waar; en van het standpunt van het Absolute (Jij) is er getuige-zijn van jouw 'ik ben'-heid en zijn waarnemingen.
(Nisargadatta Maharaj)

woensdag 25 augustus 2010

Totemdier

Spiraal van het leven


Over het lot

Het lot behoedt ons niet te verzanden in tijdelijke belangrijkheid. Het is het lot wat telkens plotseling opkomt en kleinere of grotere breuken bij ons teweeg brengt waar wij de boel vast willen houden, waardoor we niet verder kunnen gaan. Ik zeg er dan direct bij dat het lot dat voor ons allen haarfijn uitgewogen ligt, toch vaak heel erg wreed is. Heel hard, vanuit de mensenhoek gezien, ja. Maar we zullen altijd moeten erkennen dat niets zo radicaal werkt als het lot. En dat er in ons iets is wat dat alles doorstaat. Het is ongelofelijk wat een mens doorstaan kan aan lijden, aan smart, aan eenzaamheid, aan gebrokenheid. Het is onvoorstelbaar. Maar er is ook een kwaliteit in ons, die daar niet door aan te randen is. Dus hoe het lot ook zijn werk doet, wat bijna onaanvaardbaar voor ons is, die kwaliteit komt vrij. Die brengt ons het ongehoorde, van een niet in ten onder te kunnen gaan.
Dat is ongehoord. Dat is de ene kant. De andere kant, die toch altijd opnieuw weer de meest waardevolle is, is het open komen voor het leed wat anderen lijden. Wanneer wij een zeer speciaal leed hebben ondergaan en wij zien dat bij een wildvreemd mens, dan is hij ons na, zeer na. Dan zullen we zeggen 'probeer dit eens, of doe dat eens, of ga daar eens heen', wat in jarenlange omgang met familie niet eens aan de orde kon komen. Dat is de zegenkant van lot en lotswerking.
(Greet Hofmans)

maandag 23 augustus 2010

Kom, o duister

De avond is nabij

Ode aan de nacht

Kom, o Nacht, aloud en immer eender,
Nacht, onttroond geboren Koningin,
Nacht, gelijk inwendig aan de stilte, Nacht
Met klatergouden sterren snel verschietend
In uw kleed met franje van Oneindigheid.

Kom, zonder dat ik het zie,
Kom, zonder dat ik het voel,
Kom eenzaam, plechtig, handen hangend langs
Uw zijden, kom
En breng de verre bergen (licht bij de nabije bomen,
Versmelt tot één veld alle velden die ik zie)
Maak het gebergte tot een blok, één enkel, van uw lichaam,
Wis daarin uit alle verschillen die ik zie van verre,
Alle wegen die daarlangs omhoog gaan,
Alle vele bomen die het in de verte maken tot één donkergroen,
Alle witte huizen en met rook tussen de bomen,
En laat slechts één licht en nog een licht en nog een ander,
In de onscherpe en vaag verontrustende verte,
In de verte, opeens onmogelijk te begaan.

.../...

Kom, stille en extatische Nacht,
Kom en wikkel uw nachtwitte mantel
Om mijn hart ...
Sereen gelijk een bries in zwaarteloze namiddag,
Kalm als een liefkozend en moederlijk gebaar,
De sterren lichtend in uw handen
En de maan een masker van mysterie over uw gelaat.
Alle klanken klinken anders
Wanneer gij komt.
Wanneer gij binnentreedt dalen alle stemmen,
Niemand ziet u binnentreden.
Niemand weet wanneer ge zijt gekomen,
Tenzij plotseling, ziende dat alles in zich keert,
Dat alles lijn en kleur verliest,
En dat in de nog helder blauwe hoge hemel,
Duidelijke sikkel reeds, of witte schijf, of enkel een nieuw licht dat komt,

De maan tot werkelijkheid wordt.

(Fernando Pessoa)

Landschap met wolken - XXVI

Aronskelk - III

De magie van het woord

Weet, o zoekende, dat voor elk tijdsgewricht andere 'magische' krachten noodzakelijk zijn, en laat u niet in de war brengen, als gij niet te allen tijde dezelfde wonderbare krachtsuitwerkingen bemerkt! Zij die hier te 'ordenen' hebben wat te ordenen is, leiden de 'stroom' telkens in die kanalen welke het land bevruchten waar dit het meest dor is. In deze dagen zult gij daarom geen andere 'magische' invloed verwachten dan de 'magie' van het woord.

Het woord, in 'magische' zin opgevat, is de hoogste der 'magische' krachten. Er zullen tijden komen dat men — door de kracht van het woord alleen — dingen verrichten zal die aan 'wonderen' grenzen. Ja — 'wonderen' zal men door het woord doen! 'Wonderen', veel wonderbaarlijker dan alles wat de oude tijden 'wonderen' noemden! Er zullen dagen komen waarop men door het woord werken zal weten tot stand te brengen, tot welker uitvoering thans nog duizend handen en geweldige machines nodig zijn.

Nog zijn de mensen verre van deze komende tijden. Nog weet men het woord niet te 'spreken'!

Nochtans beweegt zich ook in deze duistere tijd reeds het woord, want de weg van de mens is genaderd tot de drempel van een dier 'lichtplekken', die ook in de diepste nacht nu en dan hoop geven.

Zie om u heen, en waarheen gij ook kijkt, zult gij de magische kracht van het woord in haar voorboden — in haar karikaturen zelfs — bemerken. Zo wordt het de mens duidelijk, dat het woord dan toch nog iets anders vermag dan slechts begrippen van brein tot brein te brengen. Als gij wijs zijt, dan let gij op zulke tekenen!

Let op het woord!

Men leerde u reeds lang het woord geringschatten. Slechts de betekenis moest gij trachten te doorgronden. Zo heeft men u eraan gewend vóór alles te willen 'begrijpen', maar gij hebt daarbij de hoogste gave van het hart: uw enige 'occulte' geestelijke 'zin', het kunnen voelen der dingen, verloren. Als gij deze 'occulte' zin van de geest zoudt willen terugkrijgen, bereid u dan voor om woorden niet slechts naar hun 'inhoud' te begrijpen, maar tracht steeds woorden, woordklank en vorming te gevoelen!. —

(Bô Yin Râ)

woensdag 18 augustus 2010

Rode zonnehoed - II



Echinacea purpurea

Van harte

Fossielsteensculptuur - Joris Maes

Liefde in Leegte

Hoe helpen wij het leven wakker maken? We leren liefde in de wereld brengen.
Ons hart kan Dat wat echt is in het leven weerspiegelen,
Zijn licht en liefde kan de geheime substatie in de schepping activeren.
Velen van ons verwarren liefde met gehechtheid, houden van de voorwerpen die we wensen,
lijden aan het verlies wanneer deze dingen verdwenen zijn.
Maar echte liefde is iets anders.
Echte liefde hangt niet af van het bezitten van de dingen die we wensen.
Wanneer we ons bewustzijn van eenheid verdiepen verandert de ervaring van liefde.
We gaan leren dat liefde zowel in de oneindige ruimte van ons hart bestaat,
als in de eindige vormen van de schepping.
Om liefde in de wereld te brengen moeten we meer vertrouwd raken
met de liefde in de leegte, de liefde in de stilte.
Dan kunnen we onszelf bevrijden van de gehechtheid
en de liefde veeleer laten stromen waar zij nodig is, dan waar wij haar willen.

Stilte is altijd, verborgen in alles aanwezig.
Maar toch keren we ons vaak af van de stilte, niet in staat,
of haar ruimte niet willen binnengaan.
Zijn we bang van de stilte omdat er in haar leegte geen echo is
wie we zijn of zouden willen zijn?
Zijn we bang van de stilte omdat zij ons niet toebehoort, omdat zij niet afgebakend is,
geen grenzen, substantie of vorm kent?
Of zijn we bang omdat de stilte ons achterlaat zonder een plek om ons te verbergen,
en datgene in ons onthult wat leeg is?
Stilte is doordrenkt met liefde, zingt met liefde.
Er is liefde die in vormen, geluiden, of activiteiten bestaat.
En er is liefde die in de leegte, in de stilte, in de ruimte aanwezig is.
De liefde in de stilte vraagt niet om herkenning, maar is eenvoudigweg.
Deze liefde behoort tot het verborgen gezicht van God.
(Llewellyn Vaughan-Lee)

zondag 15 augustus 2010

Veertjesorakel

Landschap met wolken - XXV

Hemel

Hiermee had ik moeten beginnen: de hemel.
Een raam zonder vensterbank, kozijn of ruiten.
Een opening en niets daarbuiten,
maar wijd open.

Ik hoef niet te wachten op een heldere nacht,
noch mijn hoofd achterover te buigen,
om de hemel te bezien.
Hij is achter de rug, bij de hand en op de oogleden.
De hemel omwindt me strak
en tilt me van onderen op.

Zelfs de hoogste bergen
zijn niet dichter bij de hemel
dan de diepste dalen.
Op geen enkele plaats is meer hemel
dan op enige andere.
De hemel drukt even absoluut
op een wolk als op een graf.
De mol kan zich even hemels voelen
als de uil die zijn vleugels wiegt.
Een ding dat in de afgrond valt,
valt van hemel in hemel.

Korrelige en rotsachtige,
vloeibare, vlammende en vluchtige
lappen hemel, kruimels hemel,
vlagen hemel, stapels.
De hemel is alomtegenwoordig
Zelfs in het onderhuidse duister.
Ik neem hemel op, scheid hemel af.
Ik ben een val in een val,
een bewoonde bewoner,
een omhelsde omhelzing,
een vraag in antwoord op een vraag.

De verdeling in aarde en hemel
is geen geschikte manier om aan dit geheel te denken.
Ik kan er alleen mee overleven
op een preciezer adres
dat sneller is te vinden,
mocht ik worden gezocht.
Mijn bijzondere kenmerken zijn
geestdrift en vertwijfeling.
(Wislawa Szymborska)

donderdag 12 augustus 2010

Vier op een rij

Weg-wijzer

Alles van belang is al eens gezegd

Ik ben ervan overtuigd dat boeken niet altijd worden geschreven; soms schrijven ze zichzelf. De overstelpende overvloed van de hoogste geest vloeit binnen de grenzen van de menselijke geest en rijst er uit op als een overrompelende stroom woorden en geschriften. Niets is origineel. De meeste dingen waarvan je denkt dat het je eigen ideeën zijn, komen voort uit de geest van anderen. Alles van belang is al eens door iemand gezegd, die het ook weer van iemand anders leerde, of het misschien opnam uit de uitstraling van de universele geest waarin het hele proces van het denken zijn oorsprong vindt en waaruit alle kennis van de mens voortspruit.
.../...
Ik verlang er niet meer naar om me op welk gebied ook verder te ontwikkelen. Ik wil liever verdichten en concentreren. Ik verlang er niet meer naar beter en groter te worden dan ik ben. Ik doe geen pogingen meer te stijgen, zelfs niet spiritueel. Ik heb geen behoefte mezelf op de een of andere manier te bestendigen, en ook ben ik aan niemand of iets sterk gehecht. Zonder enige verwachting, is de overheersing van het ego binnen in me aanzienlijk verminderd en het persoonlijk motief heeft plaats gemaakt voor het onpersoonlijke. Kort gezegd, ik roei niet meer tegen de stroom van het leven in, maar ik geef me met hart en ziel aan datgene wat ik doen moet. Ik heb geen ambities, geen spijt, geen zorgen.

Ik ben op een leeftijd gekomen waarop je niet langer gevangen zit in verlangens en je vrij begint te leven, steeds meer in het centrum van je bestaan, niet langer aan de buitenkant; een leeftijd waarop je je minder druk maakt over wat er met je gaat gebeuren en steeds vaker denkt, voelt en handelt om redenen die voorbij gaan aan je gewone reikwijdte. In dit stadium heb je vaak het gevoel een kosmisch wezen te worden, zelfs als je aardse individualiteit blijft bestaan als fysieke entiteit. Het is een stadium waarin het menselijk bewustzijn op bepaalde momenten één lijkt te worden met het universele bewustzijn.
(Sudhakar S. Dikshit)

maandag 9 augustus 2010

Hangertje

Valavond aan zee - IV


Geen enkel ding is blijvend

Geen enkel ding is blijvend, alles vloeit.
Deeltje hecht zich aan deeltje; de dingen groeien
tot we ze kennen en een naam geven. Dan, langzaam,
lossen ze op, en zijn niet langer de dingen die we kennen.

Gevormd uit atomen, gaan ze langzaam of snel ten onder,
Ik zie zonnen, ik zie stelsels ontstaan,
hun vormen; en zelfs de de stelsels met hun zonnen
keren terug naar de eeuwige massa.

Ook gij, o aarde - uw keizerrijken, land en zeeën -
geringste, met uw sterren, van alle melkwegen,
gevormd van de massa als zij,
ook gij verdwijnt,
Ge bent aan 't verdwijnen uur na uur, als zij.

Niets blijft. Zeeën verdwijnen in een fijne nevel;
door de maan beschenen stranden verplaatsen zich;
en op hun beurt zullen andere zeeën met
hun schuimende golven andere baaien binnendringen.
(Lucretius)

zaterdag 7 augustus 2010

Compositie - XXIV

Sprankels licht

In de wil tot licht is licht

In de wil tot licht is licht.
In de wil tot kracht is kracht.
In de wil tot leven is leven.
Ik wil het licht, de kracht en het leven.
Geef deze wil nooit prijs. Ook voor de dood niet.
Zeg nooit tot de dood: ik wil niet meer leven.
Zeg tot hem: ik leef en blijf leven en laat dit niet onderbreken.

Er is 'een weinig levens' in de mens waarover de dood geen macht heeft.
Ge kunt het gewaarworden in uw eigen binnenste.
Het is het zelf, het ik zijner ondeelbaarheid, zijn individualiteit.
Het is het zegel Gods, het stempel der gezalfdheid. Natuurlijk is het een geschenk,
ge krijgt het uit liefde geschonken en kunt het alleen in liefde ontvangen.
Het ligt op u te wachten. Maar wil dan ook niets anders.

Er is veel dat wij moeten en weinig dat wij willen.
Er is veel dwang in begeren en verlangen
en weinig vrijheid nog tot willen uit eigen beweging.
Toch is dit er ieder ogenblik, ieder ogenblik; nu als u dit leest is het er.
Kies het voor altijd en eeuwig. Kies het.
Het is het schoonste kleinood dat eeuwen voor u bewaard werd
en dat u ontvangt uit de hand van de levende God.
Kies het. Het maakt u een met Hem.

Hoe subtiel is het. Maar hoe krachtig, hoe onverbrekelijk.
Het laat zich gemakkelijk overstemmen door al het andere,
maar het kan niet overstemd blijven.
Ge kunt het horen als een ruisen van stilte.
Maak ruimte in uw lichaam, ruimte in uw ziel.
Iedere golflengte vraagt zijn eigen ruimte.

Luister in stilte en het lied des Heren zal in u aanstemmen
en uit die fijne snaar zal de klank opwaarts stromen
en de hele harp in beweging brengen
en uw gemoed zal tenslotte bespeeld worden met die klanken die de uwe zijn
en trillen door alle ruimten Gods.
Van binnen uit zullen zij opstijgen tot steeds wisselende akkoorden
in een overschoon lied en alles in u zal er naar luisteren
hoe licht en zang zich verenigen in één melodie,
overstromend van volheid en vervulling,
die beantwoordt aan een vreugde en lieflijkheid die geen naam kan aanduiden.
En alle donders en bliksems zullen gehoorzamen aan dit lied ten leven.
En alle lijden en alle smarten zullen aflaten
het kostelijk instrument voor zich op te eisen,
waardoor de dissonanten wegsterven.
En het gehele lichaam zal tot klankbodem worden van dit hoge lied,
dat oprijst uit man en vrouw, hoog en laag, licht en duisternis, Yang en Yin
en de mensen een plaats geeft in eenheid en verzoening.

Dan begint een nieuwe weg op aarde zich duidelijker af te tekenen.
De weg is er, de zilveren lichtweg tot een gouden en stralende bestemming
die de miljarden omsloten houdt
in licht en kracht, in liefde en verlossing.
(Barend van der Meer)

woensdag 4 augustus 2010

Zwaard

Wie ben je?

Het leven, een farce

Begrijpen jullie waarom waarom ik zei dat het leven een gooi- en smijtfilm is, een farce? Ga een stap verder en zie in hoeverre je denkbeeldige persoon in deze farce verstrikt raakt. Niet alleen kunnen jullie niet zien dat je slechts een acteur bent die zijn rol in de farce speelt, maar jullie blijven veronderstellen dat je de beslissingen en handelingen in het spel (genaamd leven) voor het kiezen hebt, terwijl zich dat uiteraard precies volgens het voorgeschreven draaiboek moet afspelen. Als de gebeurtenissen zich dan volgens de natuurlijke loop der dingen afwikkelen, laat deze denkbeeldige persoon, de mens, zich daardoor van zijn stuk brengen en lijdt. En dan begint hij aan 'gebondenheid' en 'bevrijding' te denken.

Bevrijding betekent het leven als een farce zien en je te realiseren dat 'jij' (het 'Ik' zonder de minste objectiviteit) onmogelijk een persoon met een vorm, een naam en een familie kunt zijn. Bevrijding is het inzicht dat bewuste objecten deel uitmaken van de manifestatie van het totaal van alle verschijnselen, zonder aparte zelfstandigheid, dat 'Ik' het bewustzijn in alle bewuste objecten ben, de Bewuste Tegenwoordigheid als zodanig.

Bevrijding is het inzicht dat Ik, het Absolute, in mijn expressie als verschijnsel, het functioneren zelf ben (het zien, horen, voelen, proeven, ruiken, denken) zonder dat er andere individuele acteurs aan te pas komen.
Begrijp je nu waarom je 'lijdt'? Omdat jullie een geval van vergissing in identiteit bent, of liever omdat je een kennelijke vergissing in identiteit geaccepteerd hebt.
(Nisargadatta - genoteerd door Ramesh Balsekar)